28 FEBRUARI 1989
80
antwoord worden. Behoudens de beide oppositionele fracties is
gisteren nogmaals voldoening uitgesproken over het verkrijgen
van de knooppuntstatusDe heer Sinke schrijft dat toe aan onze
instelling niet bij de pakken neer te zitten, maar de mouwen op
te stropen. D'66 spreekt in dit verband van een waarneembaar, op
bloeiend élan: de discussie heeft, zo zegt hij, iets binnen het
Bredase losgemaakt. Wij zijn het met beide sprekers gaarne eens.
Maar het college is er zich daarbij zeer wel van bewust, en ook
bewust geweest, dat de aanwijzing op het vlak van omgaan met en
vormgeven aan het zijn van knooppunt nog veel inzet en creativi
teit zal vergen. Nog een opmerking ter voorkoming van misverstan
den. Breda is als knooppunt aangewezen op grond van de erkenning
dat de stad over de vereiste potenties beschikt, potenties die
in het ontwikkelingsperspectief van het rijk in de Vierde Nota
verder kunnen en moeten worden uitgebouwd. Het is dus niet zo
dat de aanwijzing Breda op een totaal nieuw en onontgonnen spoor
zet. Hier is een duidelijk verschil met een door één van de frac
ties gemaakte vergelijking met de aanwijzing van Breda tot groei
stad. In enkele Algemene Beschouwingen wordt sterk de nadruk ge
legd op het vermoeden, dat de knooppunt-status vooral consequen
ties zal hebben op het vlak van de infrastructuur. Dit is zeker
een belangrijk facet, denk daarbij aan de Zuidelijke Rondweg en
nog enkele andere onderwerpen uit de structuurvisie, maar het
knooppunt zijn is meer. De beleidsuitspraken van het rijk met be
trekking tot het versterken van de aanwezige potenties hebben op
méér betrekking. Te noemen vallen: voorzieningen voor gezond
heidszorg en cultuur, hogere onderwijs- en onderzoeksinstellin
gen, telecommunicatie, telematica, milieu en dergelijke. Verster
king van potenties vraagt ook om een goede "onderlegger". Activi
teiten op het vlak van het onderhoud van de stad, buurtbeheer en
dergelijke zullen nadrukkelijk aandacht moeten blijven houden.
Vanuit het college zal hier nog nader op worden ingegaan. Dat
zal ook het geval zijn met betrekking tot het masterplan, de per
sonele claims en de financiële aspecten. Er is nog de vraag ge
steld wat er gebeurt als de Kamer het kabinetsbesluit ten aan
zien van Breda niet volgt. Om een misverstand uit de wereld te
helpen: de Vierde Nota is geen wetsontwerp waarin de Tweede Ka
mer via amendering verandering kan aanbrengen. Het is een nota,
die de P.K.P.-procedure doorloopt, dus in beide Kamers aan de or
de komt. De Kamers kunnen daarbij moties aannemen, die de rege
ring uitnodigen iets te doen of te laten. Het is aan de regering
om alsdan te beslissen hoe zij met deze moties omgaat. In zover
re is het in Den Haag niet anders dan in Breda: ook hier worden
nota's op dezelfde wijze behandeld. Ik heb er overigens alle ver
trouwen in dat Breda haar knooppuntstatus zal behouden. Breda is
immers feitelijk al een knooppunt en het is ook niet zo, dat wij
plotsklaps wakker schieten uit een winterslaap. Wie geen onbeken
de is in Jerusalem en in Breda, moet de laatste jaren toch opge
vallen zijn dat deze stad geheel is opgeleefd en bruist van acti
viteiten: woningbouw, stadsvernieuwing, kantoren- en bedrijfsves
tigingen, om maar enkele voorbeelden te noemen. De knooppuntsta
tus kan geen natuurlijk proces doorbreken, echter wellicht wel
in een versnelling brengen, maar daarover straks door anderen