28 FEBRUARI 1989
waarin een veelheid van disciplines vertegenwoordigd zijn. Voort
gang daarin is mede afhankelijk van de beschikbare capaciteit
bij andere diensten. Zo wordt gewerkt aan de Nota Buurt- en Wijk
winkelcentra voor de hele stad: medio dit jaar gereed; de her
ijking Nota Perifere Detailhandel: mei/juni gereed en voor het
kernwinkelapparaat als onderdeel van de evaluatie structuurplan
binnenstad wordt gemikt op september van dit jaar. Tegelijker
tijd wordt binnen de dienst geconstateerd dat meer capaciteit
voor beleidsontwikkeling moet worden ingezet. Daarmee doel ik op
de verkeerde interpretatie van de heer Garritsen. Met de uitbrei
ding van het personeel, zoals nu voorgesteld, wordt in het bij
zonder een intensivering van de beleidsontwikkeling nagestreefd.
Met de huidige bezetting is dat onmogelijk. De bescheiden verho
ging van het P. en A.-budget met f 30.000,is slechts om de mi
nimaal noodzakelijkePen A-activiteiten te kunnen uitvoeren.
De twee extra beleidsmedewerkers, één op middenstandszaken en
één op afdeling economische ontwikkeling, alsmede de functiever
sterking van het nieuw aan te trekken hoofd afdeling economische
ontwikkeling zijn dus duidelijk bedoeld om een grotere bijdrage
in beleidsontwikkeling, hétzij in werkgroepverband, hétzij speci
fiek vanuit de dienst zelf, te kunnen leveren. De heer Taks
vraagt naar de verdere ontwikkeling na 1990. Bij monde van colle
ga Römkens zal het college ingaan op ontwikkelingen nde ter
mijn waarop deze Kadernota van toepassing is. Zijn antwoord
heeft dus eveneens betrekking op de V.V.V. en de eventuele uit
bouw van de dienst economische zaken. Ontwikkelingen als gevolg
van grote werkdruk, dan wel dat er meer activiteiten moeten wor
den opgepakt, behoort bij een continue organisatieontwikkeling,
waarbij alle dienstonderdelen met een zekere regelmaat onder de
loupe worden genomen. De heer Taks vraagt in het kader van de
criminaliteitsbestrijding of er extra middelen aan de dienst eco
nomische zaken en werkgelegenheid zullen worden toegekend voor
het organiseren van preventieve activiteiten ten behoeve van win
keliersverenigingen. Wanneer uit een verdere onderbouwing van de
te nemen maatregelen blijkt dat daarvoor additionele capaciteit
nodig is, dan zal eerst gekeken worden of dit binnen het bestaan
de budget is in te passen. Het gaat dan altijd om tijdelijke on
dersteuning van begeleiding van winkeliers en eigenaren, het
voorlichting geven, het volgen van cursussen, het inschakelen
van bewakingsdiensten en dergelijke. Wij zullen daar bij de be
groting zeker op terugkomen. Wat betreft de werkgelegenheid of,
zo U wilt, de werkloosheidsbestrijding het volgende. Gisteren be
reikte mij een tweetal "signalen". Enerzijds bereikte mij de uit
nodiging van de emancipatie-adviesraad om de uitreiking bij te
wonen van de emancipatietrofee aan de dienst economische zaken
en werkgelegenheid. Deze emancipatietrofee wordt uitgereikt voor
de voortvarende wijze waarop in 1988 nieuwe initiatieven, ge
richt op de versterking van de arbeidsmarktpositie van vrouwen,
in gang zijn gezet. Anderzijds bereikte mij het verwijt van de
heer Koekkoek dat de P.v.d.A.-fractie nieuwe initiatieven mist.
Deze tegenstrijdige signalen hadden mij in verwarring gebracht,
ware het niet dat ik beter weet. Er is en er wordt immers een
groot aantal projecten/activiteiten tot stand gebracht. In de
voortgangsrapportage 1988 bij de Nota Sociaal Economisch Beleid
1987-1990 zijn deze op hoofdlijnen genoemd. Ter illustratie noem