26 JANUARI 1989 8 te komen en dan zonder inkomenspolitieke elementen, zoals bij het reinigingsrecht het naar onze mening wel het geval is. Ons oordeel over Uw voorstellen zal dan ook duidelijk zijn. Wij wil len overigens onze waardering uitspreken voor de aangebrachte wijzigingen en verbeteringen tot vanavond toe in de verschillen de verordeningen die ook al in de commissie zijn voorgedragen. De V.V.D.-fractie blijft het betreuren dat in de verordening is gehandhaafd de bepaling dat geen rechten meer kunnen worden ver leend als het beschikbare budget is uitgeput. Aan dit bezwaar kan in principe op 2 manieren worden tegemoet gekomen. Een ervan is het creëren van een open-einde-regeling. Hier is de V.V.D.-frac tie echter tegen. Wethouder Van Raak heeft dit tijdens de begro tingsbehandeling een monstrum genoemd. Wij zijn het hier van har te mee eens. Een andere oplossing is de toe te passen kriteria zo strak aanhalen dat geen overschrijding kan plaatsvinden. Daar bij kan het desondanks nodig zijn meer middelen te fourneren. U zult nu wel begrepen hebben dat de V.V.D.-fractie zich blijft verzetten tegen de instelling voor de bijdrage-regeling sportie ve voorzieningen. Bij de begroting hebben wij wel ingestemd met het totale bedrag voor het minimabeleid. Wij geven er de voor keur aan de f 285.000,voor de bijdrage-regeling sportieve voorzieningen aan het gemeentelijk steunfonds toe te voegen. Daarmee kan artikel 12 van de verordening op het gemeentelijk steunfonds komen te vervallen. De kans op teleurstellingen is dan tot een minimum teruggebracht en zo wordt op deze manier de meest elementaire rechtszekerheid niet tot een aanfluiting ge maakt. De V.V.D.-fractie neemt de nota minimabeleid voor kennis geving aan, evenwel met de kanttekening dat wij tegen zijn voor wat betreft het gestelde op bladzijde 28 onder 2.b. Logischer wijze zullen wij dan ook niet instemmen met punt 4 van het be sluit en geven wij U in overweging de f 285.000, die voor deelname aan sportieve voorzieningen is uitgetrokken, toe te voe gen aan het steunfonds. Zo niet dit jaar, dan toch zeker de vol gende jaren. De heer DE LEEUW We zouden het voorgestelde beleid eigenlijk moeten zien als een begin. Voor de toekomst zal nog bekeken moeten worden wat het ef fect van het huidige beleid is en hoe dit bijgesteld dient te worden. Het voorgenomen onderzoek zal duidelijkheid moeten ver schaffen. Wij hopen dat dit verder zal gaan dan het huidige lite ratuur-onderzoek en tevens dat de adviezen van de pas begonnen cliëntenraad zullen zijn terug te vinden, zeker bij de evaluatie van dit beleid. Wij menen dat vanaf nu gezocht moet gaan worden naar een zo integraal mogelijke aanpak van het minimumbeleid Dus verder dan het huidige beleid voorstaat. Een uitbreiding naar alle terreinen van het gemeentelijk beleid, waar mensen met een minimum-inkomen mee te maken kunnen krijgen. Ten aanzien van de bijdrageregeling sportieve voorzieningen, menen wij dat daar bij de leeftijd uitgebreid zou moeten worden naar hen tot en met 17 jaar, zodat er beter aansluiting kan zijn op de andere wetge ving. Verder zouden wij een uitbreiding van de mogelijkheden wil len zien ten aanzien van de activiteit waar deze regeling voor staat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 8