28 FEBRUARI 1989
98
van de S.W.B. betreft, kan bij de begrotingsbesprekingen in de
commissie worden betrokken, zodat dan ook een definitief besluit
kan vallen over de inzet van de toegezegde eenmalige middelen
voor 1990. Het verlichtingsplan is door nagenoeg alle fracties
aan de orde gesteld. Aan de diverse commissies is toegezegd in
het derde kwartaal 1989 met het plan te komen. Het verlichtings
niveau weer op peil brengen noemde de P.v.d.A. herstel van onge
wenst effect van bezuinigingen. Maar bij die verlichting speelt
natuurlijk ook de areaalproblematiek een rol. Over de areaalpro-
blematiek zal, zoals toegezegd, binnenkort een nota verschijnen.
In relatie tot het organisatie-onderzoek bij de afdeling civiel-
techniek was ook discussie over de problematiek beheer en onder
houd uitgesteld. Het investeringsplan zal binnenkort aan de orde
komen. Het C.D.A. vroeg zich nu al af hoe voldaan kan worden aan
een snellere uitvoering van het rioolstructuurplan. Het is in
antwoord op hun vraag niet zozeer een kwestie van menskracht,
dat onderdeel van civieltechniek is immers niet budget-belas
tend, maar meer een kwestie van financiële middelen. Financie
ring van de extra investeringsbehoefte betekent, volgens de eer
der ingezette lijn, een extra verhoging van het rioolrecht. Dat
wil zeggen dat in plaats van een verhoging van f 5,er een ver
hoging van f 10,per jaar is. Dit is nodig om de investerings
ruimte met f 2.000.000,per jaar te kunnen doen toenemen. We
hebben in het licht van de Provinciale Nota over de rioleringen
besloten dat openbare werken voor 1 januari 1990 een nota zal
moeten opstellen, waarin duidelijk de onderhoudsvisie op het ri
ool wordt meegenomen en waarin de uitgangspunten van de Provinci
ale Nota getoetst en zo nodig naar de toekomst vertaald worden.
Dan zal Uw raad besluiten moeten nemen hoe daar verder vorm aan
gegeven zal worden. Als je niet investeert krijg je met onder-
houdsuitgaven te maken. Een Investering ten behoeve van de rio
len betekent ook tegelijkertijd een extra investering in het ka
der van rationeel wegbeheer. Het niet plegen van investeringen
betekent dus inderdaad toename van het onderhoud. Voor de toe
komst zullen we voor het totaal van de infrastructuur zeker moe
ten bezien welk niveau nog aanvaardbaar geacht kan worden. De no
ta over de areaalproblematiek zal zeker een bijdrage aan die dis
cussie leveren. Afsluitend met de infrastructuur lijkt het alsof
dat het meest essentiële is. Dat is echter niet het geval, maar
het is wel een punt dat, zeker in het kader van de investeringen
en het beslag op financiële middelen, aanspreekt.
Wethouder ADANK
Met betrekking tot de portefeuille cultuur wil ik opmerken dat
het nader vorm geven van het beleid gebaseerd zal zijn op de be
leidsnotitie kunst en cultuur, welke op 22 december 1988 door de
raad werd vastgesteld. De In deze notitie genoemde uitgangspun
ten en prioriteiten worden thans uitgewerkt. Ik herinner eraan
dat als eerste een deelnota met betrekking tot de podiumkunsten
en daaraan gerelateerde accommodatie zal verschijnen. Geen accom
modatie-nota dus, maar het formuleren van beleid op het gebied
van de podiumkunsten en daaraan een adequate huisvesting koppe
len. Ik ben van mening dat dit de juiste volgorde is. Zoals ik
bij de behandeling van de Kadernota In de raadscommissie heb me
degedeeld, ligt het nog steeds in de bedoeling om de deelnota po-