6 MAART 1990 114 ken: dat zal eerst heel duidelijk in de gemeenteraad ge toetst moeten worden. Dat voorbehoud willen wij wel gemaakt hebben. Wij weten op dit moment niet precies wat concreet het zijn van een gemeente in het kader van het experiment inhoudt, want de nota daarover gaat pas morgen naar de Twee de Kamer. Wij gaan nu af op voorlopige informatie, maar wij veronderstellen dat het helemaal aansluit bij het huidige beleid, en dat het alleszins zinvol is om mee te doen. Maar nogmaals, met het voorbehoud dat Breda zich niet bindt in financiële of beleidsmatige zin. Wij willen onze autonomie houden. Wat betreft de motie van D'66 over de politie, het volgende. Men signaleert dat de plannen van het kabinet met betrekking tot de vorming van regionale politiekorpsen zou den kunnen conflicteren met een aantal aspecten dat voor het lokale bestuur zwaar weegt. Gelet op de nota van de bei de politieministers over het nieuwe politiebestel, wat ove rigens een nota in hoofdlijnen is, is de vrees van D'66 niet ongegrond althans voor wat betreft het aspect onder letter b. in de motie. De gemeentelijke zeggenschap over po litiezaken wordt inderdaad kleiner. Het lijkt mij, in de zelfde lijn denkend als de loco-burgemeester, bepaald niet te verwachten dat de aspecten a. en c. van de motie onder het nieuwe politiebestel gevaar zouden lopen. Dat zijn juist ook mede de ideeën die ten grondslag liggen aan de landelijke reorganisatie. Ik kan mij echt n et voorstellen dat bij regionale politiekorpsen de afstand tussen burger en politie groter zou moeten zijn. Nu is het toch ook al zo dat in gemeenten met rijkspolitie, de afstand tussen de bur ger en de politie niet persé groter is dan in gemeenten met gemeentepolitie. Het terugdringen van de onveiligheidsgevoe lens van de burgers in Breda is misschien wel gediend met een grootschalige organisatie. Ik geef inderdaad toe dat de betrokkenheid van de gemeenteraad bij het politiebeleid en ook van het college onder het nieuwe systeem aanzienlijk kleiner wordt. Het is een afgeleide van de bevoegdheden van de burgemeester en onder het nieuwe systeem zal van de be voegdheid van de burgemeester als korpsbeheerder zoals die in de huidige vorm geldt, heel, weinig over blijven. Daarom is het een goede zaak, lijkt mij, dat op dit moment met gro te voortvarendheid gewerkt wordt aan de reorganisatie van het Bredase korps. Nu is er nog de mogelijkheid om het pro ces geheel overeenkomstig de inzichten van het Bredase ge meentebestuur gestalte te geven. Dat zal straks inderdaad niet meer in die mate mogelijk zijn. Dat is mede de reden dat de V.V.D.-fractie vindt, dat voor die reorganisatie in Breda ook eventueel in beperkte mate eigen middelen van de gemeente moeten kunnen worden ingezet. Het zou volstrekt on aanvaardbaar zijn naar onze mening als de wijkgerichte aan pak niet zou kunnen worden ingevoerd om financiële redenen. Dat moet op zo snel mogelijke tijd gestalte krijgen en voor dat de landelijke structuren, wellicht landelijke overheden meer bemoeienis daarbij geven. Toch is het, hoewel wij het voor een deel dus eens zijn met de bezorgdheid van D'66, de vraag of het wijs is om op dit moment als lokaal bestuur al een zo negatieve stelling te betrekken als de motie van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 114