6 MAART 1990
117
De heer DE BRUIJN
Graag gedaan, meneer Taks. Zo zijn wij ook nog wel eens en
ik ben blij dat U er zo diepgaand op bent ingegaan, maar ge
let op de tijd wil ik dat niet doen. Ik denk dat de bedoe
ling van de motie ook bij het college duidelijk is overgeko
men. Mocht uit de motie gebleken zijn, dat wij het reorgani
satieproces binnen Breda ophangen aan de plannen van de re
gering en dat we daarmee de problematiek van de reorganisa
tie weer boven tafel halen, dan is dat geenszins de bedoe
ling geweest van deze motie en denk ik dat het een kwestie
van formulering is, maar dat dat niet goed gebeurd is. Als
dat zo is, dan moet dat bij dezen recht gezet worden. Ik
denk dat het belangrijkste is dat wat het college daaruit
oppakte, namelijk dat wij die zorg, en de heer Taks heeft
het in tweede termijn nog een keer duidelijk verteld, van
de grotere afstand tussen het bestuur en het politiebeleid,
duidelijk tot uitdrukking hebben willen brengen. Het colle
ge heeft toegezegd: wij willen daar dat signaal oppakken en
voor zover ik dat van de heer Taks begrepen heb, leeft dat
signaal ook bij hem, of althans bij zijn fractie. Dat bete
kent dat wij ermee akkoord zouden kunnen gaan, dat het col
lege dat signaal opneemt, duidelijk aangeeft dat niet al
leen het college deze zorg heeft, maar dat ook de zorg dui
delijk uitgesproken is door de raad (of door de meerderheid
van de raad, want we hebben nog niet alle fracties gehad)
en dat dat dan ter kennis wordt gebracht aan de regering.
Ik denk dat het ook een goede zaak zou zijn de V.N.G. hier
bij te betrekken. Als dat op deze manier kan, met duidelijk
de uitspraak van de raad of het gevoelen van de raad in die
brief, dan zullen wij de motie intrekken.
De heer GARRITSEN
Op een paar punten wil ik toch terugkomen in tweede ter
mijn. In de eerste plaats het financieel perspectief.Wethou
der Römkens kan wel zeggen dat ik geen positief geluid door
mijn strot kan krijgen, maar daar gaat het niet om. Waar
het om gaat is dat de financiële positie zoals die nu ge
schetst wordt, niet inhoudt een x-aantal plannen, waarvan
wij als raad gezegd hebben dat die zaken gerealiseerd zou
den moeten worden: want die zijn nog niet in beeld. Als wij
vanavond ook het meerjarenperspectief vaststellen, dan denk
ik dat dat een heel moeilijke zaak is omdat we in heel be
langrijke zaken geen inzicht hebben. Ik noem inhoudelijk
toch een aantal punten, noem met name in relatie met het
knooppunt. Er is steeds gezegd: nu zijn we knooppunt gewor
den. Om maar een voorbeeld te noemen, de Zuidelijke Rond
weg: we hadden meer perspectief om tot een betere oplossing
te komen. Los van de vele bezwaren die ik heb tegen het
plan, de studie die het college aan het maken is, de rich
ting waarin, zie ik nog niet dat wij op korte termijn gel
den van het rijk zouden kunnen verwachten. Dat is dus een
behoorlijke onzekerheid. Komen die gelden er niet, dan is
het nog maar de vraag of wij uit ons gemeentebudget dat
soort zaken kunnen realiseren. Als ik gehoord heb dat de be
dragen gigantisch zijn, die met de plannen rond de aanpak