6 MAART 1990
120
teit best raadzaam zou zijn en ook een bijdrage zou kunnen
leveren om het te verbeteren. Maar, en dat is een beetje
problematisch, los uit de pols zó dat even toezeggen, ik
vind dat ik daarvoor toch de ruimte moet hebben om daarover
met de afdeling eens te praten, en ik ben best bereid bin
nenkort ook in de commissie daarbij nog eens een keer stil
te staan. Tot slot de politie. Ook van de zijde van het col
lege is er op dit moment geen enkele behoefte aan uitvoeri
ge beschouwingen. Ik wijs er overigens op dat Uw raad zich
hoogst waarschijnlijk ook op 26 april a.s. nog uitvoerig
over politiezaken, en heel in het bijzonder natuurlijk ten
opzicht van de Bredase reorganisatie, kan uitspreken. Wij
onderkennen de zorg die in Uw raad bestaat met betrekking
tot de afname van de gemeentelijke bemoeienis. Ik denk dat
dat een gegeven is, en daarin heeft de heer Taks volledig
gelijk. Het is het gevoel van de raad en dus ook van het
college (wij nemen dat volledig over) om in ieder geval, zo
die afstand al vergroot wordt, die afstandsvergroting zo
klein mogelijk te maken. Dat zullen wij in een brief ver
woorden. Dat pakken wij op als signaal vanuit deze discus
sie en dat zullen wij ook daarheen leiden, dat dit het
V.N.G., het parlement, de betrokken commissie alsmede de
beide politieministers, in ieder geval zodanig tijdig be
reikt dat er wat mee gedaan kan worden, alvorens er een uit
voerige discussie in het parlement/de commissie zal plaats
vinden. Ik denk dat dat in ieder geval een duidelijke zaak
is, dat dat op termijn moet. Wanneer, want die brief zal ik
ongetwijfeld daarna in de commissie A.Z./ openbare orde ook
nog aan de orde stellen, Uw raad van mening is dat er nog
aanvullingen op zouden moeten gebeuren, dan kunnen we min
stens ook dat nog op dat moment met elkaar afspreken. Dat
is het voor wat betreft de opmerkingen aan de loco-burge
meester en de wethouder economische zaken.
Wethouder RöMKENS
Ook van mijn kant kan ik kort zijn. In de richting van de
heer Koekkoek kan ik z ggen dat het nadrukkelijk de bedoe
ling is om te komen te concrete en uitvoerbare plannen in
het gemeentelijk milie beleidsplan. We hebben er niks aan
om te constateren dat de ozonlaag boven de zuidpool aange
pakt moet worden via mondiale zaken. Overigens bent U van
m over het algemeen wel gewend dat ik wat dit betreft
vx j concreet wil werken. Ik hoop ook dat deze opvatting
naar aanleiding van de inventarisatie die uit de eerste
twee hoofdstukken blijkt, ook als opdracht uit de commissie
meegegeven wordt aan het college, want dat spreekt zeker
het bestuurlijk element in de stuurgroep nadrukkelijk aan.
In de richting van de heer Sinke, het volgende. U weet dat
er op dit ogenblik een discussie is over de feitelijke in
vesteringsimpuls tussen V.N.G. en kabinet. In het regeerak
koord is afgesproken: f 50 miljoen voor de periode van 4
jaar. Het V.N.G. wil naar de situatie van f 50 miljoen pèr
jaar. Er wordt op dit ogenblik ook gesproken over f 100 mil
joen. Even uitgaande van de f 50 miljoen, zou het voor Bre
da f 7 miljoen extra betekenen. Overigens zitten die niet