6 MAART 1990 122 dat wethouder Rattink dadelijk allerlei aanvullingen gaat geven, die ik niet ga geven op Uw opmerking met betrekking tot het knooppunt, wil ik erop wijzen dat alleen al de aan wijzing van knooppunt een dusdanige financiële positieve in vloed heeft gehad voor Breda voor wat betreft verkoop, min der renteverliezen, de aantrekkelijkheid van Breda als ves tiging, dat daarmee ook het financieel meerjarenperspectief in positieve zin beïnvloed is. Wethouder VAN RAAK Ik heb slechts één opmerking in tweede instantie. Deze heeft betrekking op de zorggarantie. De heer Koekkoek maak te daarover nog een opmerking en ik denk dat hij daarin ge lijk had: we moeten realistisch blijven. Ik denk dat wij, wanneer wij zoals ik zei een brief sturen naar W.V.C. (en dat doen wij overigens niet alleen, dat doen we met een aan tal andere gemeenten gezamenlijk)niet kunnen verwachten dat van de ene dag op de andere W.V.C. die geldstroom rich ting gezinszorg (want daar gaat het specifiek om, niet zo zeer om de kruisvereniging) opeens bij zal sturen, zodat die zorggarantie wel in de steunpunten gegeven kan worden. Het is echter niet zo dat dit college werkt vanuit een op tiek, dat we daarom onmiddellijk in het gat, dat de rijks overheid laat vallen, zouden moeten springen. Wij hopen dat die W.V.C.-brief succes heeft. Van de andere kant: we zijn ook op dit moment met de provinciale overheid aan het pra ten over een mogelijke zorgverlening vanuit de verzorgings tehuizen, een nieuw type voorziening voor een nieuw type be jaarden, de zogenaamde aanleunwoningen-plus. Ik vind het nog een woord dat moet wennen. Dat betekent dat de provin cie de gelden beschikbaar zou kunnen stellen. Dat is een nieuwe mogelijkheid. Wat betreft de bijdrage die U zoëven noemde, denk ik dat dat zaken zijn voor de onderhandelings tafel. Wethouder RATTINK Ik moet zeggen dat ik bijna door de opmerkingen van de heer Garritsen verleid zou worden om er weer opnieuw een hele verhandeling over te houden. Maar we hebben het al vaker ge daan. Ik zou weer kunnen praten, als je het hebt over het groeien van Breda, over het voorzieningenniveau, de opvang van de verdunning, het scheppen van werkgelegenheid, het feit dat de groei in Nederland en zeker ook in Breda kan bijdragen aan de mogelijkheid om gelden ook weer voor ande re middelen vrij te maken. Ik zou kunnen praten over het feit, dat we druk bezig zijn met de vervoerregio, waarin het openbaar vervoer verder gestalte moet krijgen, met de maatregelen voor de binnenstad, fietsroutes die ook in het structuurplan duidelijk zijn aangekondigd, de uitbreiding Princeville die een rijkszaak is waarover we hier in de raad ook uitvoerig gesproken hebben, en dat we voor de Zui delijke Rondweg eerst nog definitief een plan moeten heb ben, waarover we ook met anderen verder gaan praten, alvo rens daar natuurlijk meer concrete zaken over te noemen zijn. Dat zou allemaal kunnen, maar we hebben dat al vaker

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 122