128
8 MAART 1990
er naar de commissieleden nadere informatie zou komen over
de motivering van dit voorstel en de financiële onderbou
wing en ook over de relatie naar en de afspraken met de
buurtbewoners. Als wij naar het voorstel op zich kijken,
dan moeten wij constateren, dat het voorstel niets anders
zegt dan een krediet te voteren van f 280.000,en dat er
voorts een aantal zaken wordt genoemd dat niet gebeurt. Dat
is naar de mening van de CDA-fractie geen juiste presenta
tie van een raadsvoorstel. Naar het idee van de CDA-fractie
moeten in een raadsvoorstel in ieder geval de essentie van
wat wèl gebeurt en de essentie van de financiële onderbou
wing worden opgenomen. Wij willen U graag vragen, hoe U
daarmee in de toekomst denkt om te gaan. Betreffende de in
houdelijke kant van dit voorstel is er voor de commissiele
den ook ter visie gelegd een aantal zaken rondom de nadere
motivering, de nadere afspraken met de bewoners en over de
financiering van het voorstel, zoals het nu uiteindelijk
zou moeten gaan lopen. Als wij daarnaar kijken, vragen wij
ons toch af, en willen wij van de portefeuillehouder toch
nog graag nadere informatie hierover: hoe zit het nu? Is er
gerekend naar wat er toen destijds in het oorspronkelijke
plan is opgenomen en wat er nu op basis van de inspraak tot
stand gekomen is? Wat zijn voor de gemeente de financiële
voor- en nadelen daarvan en wat betekent dat ook naar de
toekomst toe ten aanzien van exploitatie, onderhoudslasten
etc. naar de verschillende diensten? Voorts hecht de CDA-
fractie grote waarde aan de betrokkenheid van de bewoners.
De relatie met de bewoners moet daarvoor goed zijn en deze
moet leiden tot constructieve afspraken op basis waarvan de
bewoners ook in de toekomst weten waar zij staan. Zeker in
deze buurt, waar de afgelopen jaren best veel gebeurd is,
waar naar de toekomst toe nog een aantal zaken geregeld
moet worden. Een buurt waar nu een aantal actieve bewoners
zich actief inzet voor hun leefomgeving en het welbevinden
in hun buurt. Dat betekent ook, dat op dit moment nog ve
len, (ik denk meer dan de op dit moment wèl actieve bewo
ners) niet meedoen. Dat betekent naar de toekomst toe, dat
het geheel gedragen zou moeten worden door de totale buurt.
Hoe denkt U daarover met de buurt tot nadere concrete af
spraken te komen? Ik vraag dit temeer (het maken van con
crete afspraken hierover is door de portefeuillehouder toe
gezegd) omdat het experiment van de buurtbeheerder (op ba
sis van een tijdelijke voorziening voor een beperkte tijd
door de provincie toegezegd) niet al te lang duurt. Als ik
goed ben geïnformeerd: anderhalf of maximaal twee jaar. Op
basis van dit aantal vragen we toch nadere toelichting van
de portefeuillehouder, van Uw college, hoe men tot dit voor
stel is gekomen. Op basis daarvan zullen wij in tweede ter
mijn nader kijken of dat recht doet aan de C.D.A.-visie hoe
omgegaan moet worden met raadsvoorstellen, want uiteinde
lijk is het de raad die de inhoudelijke en de daaraan gekop
pelde financiële afweging moet maken en niet het overleg
met de bewoners, hoe belangrijk dat ook is, maar de raad
maakt de totale afweging op basis van het totale gemeente
lijke beleid.