6 APRIL 1990
157
Voordat ik dat doe, wil ik graag een woord van dank uitspre
ken aan Hare Majesteit de Koningin, die mij op 2 3 maart
heeft willen benoemen. Eveneens veel dank aan al diegenen,
die in de benoemingsprocedure hebben laten blijken vertrou
wen in mij te stellen. Ik hoop, dat ik dat vertrouwen de ko
mende jaren waar kan maken. Vanaf deze plaats zou ik mijn
voorganger, Frans Feijwillen danken voor het vele bestuur
lijke werk dat hij voor Breda heeft verricht. Hij kan terug
zien op een periode waarin hij op een aantal punten aanzet
ten heeft gegeven voor nieuw beleid. U, mijnheer de loco
burgemeester, zou ik ook willen bedanken voor de efficiënte
wijze waarop U de afgelopen zeven weken leiding heeft gege
ven aan het stadsbestuur. Ik kan de komende jaren met een
gerust hart op vakantie gaan en de leiding aan U toevertrou
wen. De lijsttrekker van de P.v.d.A. merkt op: "mits hij in
het college zit". Als ik daarbij kan helpen, dan zal ik dat
graag doen, mijnheer de loco-burgemeester. En tenslotte zou
ik graag de heer Goos, als nestor van de raad, willen bedan
ken voor de vriendelijke woorden die hij mij heeft toe
gesproken. Ik heb de afgelopen weken al een indrukwekkende
lijst met aanbiedingen gekregen. Een boerenhoeve stond er
nog niet op. Wel een gratis kapperbeurt, een gratis verhui
zer, en ook gratis bier in vrijwel alle cafés die op de
Markt aanwezig zijn. Ik kan de komende maanden dus vooruit.
Dames en heren, leden van de raad. Voor een goed functione
ren van de burgemeester is de verhouding tussen burgemees
ter en raad, en burgemeester en wethouders essentieel. In
de profielschets heeft U om een burgemeester gevraagd, die
voorwaarden dient te scheppen waardoor de raad op hoofdlij
nen kan functioneren. Tegelijkertijd vroeg U om een burge
meester die bereid is resoluut en soepel leiding te geven
aan de werkzaamheden van het college van B. en W. Vrij ver
taald betekent dat in mijn ogen, dat U geen "ja-knikker"
als burgemeester wenst en dat U de burgemeester, in tegen
stelling tot andere steden, een belangrijke rol toedenkt in
het gemeentelijk besluitvormingsproces, zowel in de raad
als in het college. Dat lijkt me heldere taal. Ik beschouw
het als een eerste verantwoordelijkheid van de burgemeester
om er voor zorg te dragen dat, natuurlijk in het kader van
duidelijke besluitvorming, de raad als belangrijkste be
stuursorgaan volwaardig aan zijn trekken komt. In het bij
zonder geldt dat voor individuele raadsleden en voor die
fracties, die wellicht geen vertegenwoordiger in het colle
ge krijgen. Ik hecht sterk aan korte communicatielijnen en
de benaderbaarheid van een burgemeester is anno 1990 voor
mij een voorwaarde om doeltreffend en slagvaardig te kunnen
opereren. Zelf heb ik 6 jaar lang als gemeenteraadslid mee
gemaakt hoe belangrijk het is om in je werk als raadslid
voortdurend te kunnen beschikken over voldoende en adequate
informatie. Als coördinator mag U me daarop aanspreken en
ik hoop dat bij de portefeuilleverdeling in het nieuwe col
lege met die taakopvatting en de uitvoering daarvan door de
burgemeester, rekening wordt gehouden. In dat kader heb ik
het buitengewoon gewaardeerd dat de eerste werkbespreking,
die ik afgelopen maandag mocht hebben, plaatsvond op ver-