6 APRIL 1990
160
3 0 jaar discussie, een knoop is doorgehakt en dat Nederland
zijn politiebestel eindelijk aanpast aan een sterk verander
de samenleving. Een samenleving met problemen die, bij de
totstandkoming van de politiewet in 1957, niet waren te
voorzien. Waar ik minder enthousiast over ben is over de
zwakke bestuurlijke inbedding van die regionale politie en
over de grote financiële onzekerheid, die als een soort
schaduw over deze grote bestuurlijke operatie hangt. Als de
schattingen, dat het doorvoeren van regionale politie zo
tussen de 700 miljoen en 1 miljard gulden gaat kosten ook
maar bij benadering kloppen, dan zullen kabinet en kamer
straks toch moeten aangeven wie die rekening gaat betalen.
Je moet wel een grenzeloze optimist zijn om te denken, dat
die hele operatie budgettair neutraal kan verlopen. Ik heb
dat optimisme, hoewel ik mezelf als een redelijk opgewekt
mens beschouw, in ieder geval niet. Het feit dat de verdere
uitbreiding van de sterkte van de politie na 1990 niet
wordt geëffectueerd, kan een veeg teken zijn dat de regio
nalisatie van de Nederlandse politie in financiële zin als
een sigaar uit de eigen politiedoos straks te voorschijn ge
toverd gaat worden. Voor Breda betekent dit besluit van het
kabinet bijvoorbeeld dat we de uitbreiding van het korps
met nog eens 2 0 man boven op de krap 285 formatieplaatsen
kunnen vergeten, terwijl we al druk aan het werven en het
opleiden zijn. Kortom, nog veel onzekerheid op een voor de
reorganisatie essentieel punt. Ook na het kamerdebat en de
aangenomen moties blijft het onduidelijk, hoe de gemeente
raad straks grip blijft houden op het politiebeleid. De ont
werper van de nieuwe politiewet, professor Fasseur, moet
welhaast een duivelskunstenaar zijn om de uiteenlopende
ideeën in heldere wetgeving vastgelegd te krijgen. Waar mo
gelijk zal ik in ieder geval de raad betrekken bij de Breda
se standpuntbepaling over de invoering van regionale poli
tie. Nog vorige week bleek uit een gezamenlijk onderzoek
van de Nederlandse Middenstands Bank en het T.N.O., dat Bre
da van alle elf knooppunten in Nederland economisch op dit
moment de beste prestaties levert. Aan de hand van drie in
dicatoren, omzet, netto winst en investeringen, scoort Bre
da hoog, zeer hoog. Uit deze cijfers blijkt weer eens, dat
de vorige minister van VROM destijds terecht Breda als
knooppunt aan de Vierde Nota heeft toegevoegd en dat de hui
dige minister van VROM, van harte welkom, eveneens terecht
dit standpunt heeft overgenomen. Is het huidige beeld dus
zondermeer goed, de vooruitzichten voor de komende jaren
zijn, aldus het eerder vermelde rapport, nog beter. Zowel
het brede draagvlak van de economische ontwikkeling in de
regio als de zeer vitale positie die industrie en dienstver
lening in het Bredase innemen, bieden goede vooruitzichten
voor het komende decennium. Hoe fraai dit nieuws ook was,
het mag er niet toe leiden, dat we vervolgens verwachten
dat de verdere ontwikkeling van het knooppunt Breda vanzelf
zal gaan en dat we met de armen over elkaar kunnen gaan zit
ten. Er zijn teveel voorbeelden van steden in het land
waar, door een afwachtende houding van het gemeentebestuur,
een economische voorsprong snel veranderde in het tegen-