161
6 APRIL 1990
deel. Aan het Masterplan, waarin Breda een eigen antwoord
geeft op het Vierde Nota-beleid zullen dan terecht ook zwa
re eisen moeten worden gesteld. Daarbij zullen het leefbaar
houden van de binnenstad en van de wijken, gecombineerd met
een ruime keuze op de nieuwbouwmarktessentiële punten vor
men. Een voortgaande trek van de midden- en hogere inkomens
en van de gezinnen met kinderen naar de randgemeenten is
fnuikend voor de sociale structuur van iedere grote stad,
dus ook voor Breda. Om zo'n ontwikkeling te keren zullen we
duidelijke keuzes niet kunnen en mogen ontlopen. In het
Structuurplan voor de periode 1988 tot en met 1998 zijn in
dit opzicht al een paar duidelijk keuzes gemaakt. Een voor
spoedige economische ontwikkeling, dames en heren, is een
groot goed. Zo'n ontwikkeling mag er echter niet toe leiden
dat we uit het oog verliezen, waar overheidsbeleid, naast
het bevorderen van welvaart, ook op gericht dient te zijn.
Het gaat uiteindelijk om het inrichten of vormgeven van een
samenleving, waarin alle bevolkingsgroepen zich thuis kun
nen voelen. Het gaat de komende jaren in het overheidsbe
leid vooral om het vinden van de menselijke maat. Als ik
voor mezelf formuleer wat in mijn ogen essentiële punten
zijn, die de kwaliteit van de samenleving bepalen, dan zijn
dat de wijze waarop we met de oudere mens omgaan, de plaats
die minderheden innemen in onze samenleving, het peil van
de gezondheidszorg, de mate van aandacht voor milieu en na
tuur en het niveau van het onderwijs. Ook de gemeente kan
door het stellen van prioriteiten, aan een aantal van deze
punten inhoud geven. Ik beschouw het in dit geheel als mijn
taak om als burgemeester pal te staan voor de mensen, die
in de hoek zitten waar de klappen vallen. Of het nu gaat om
werklozen, om W.A.O.-ers of om etnische minderheden. Ik
wens in dat opzicht burgemeester te zijn van alle inwoners
van Breda. Daar waar groepen of individuen worden gediscri
mineerd, of het nu gaat om huidskleur, sexuele geaardheid
of op welke andere grond dan ook, zal ik niet aarzelen, de
politie krachtig op te laten treden. Discriminatie is een
maatschappelijk kwaad, waar tegenover geen enkele toleran
tie past. Een kwaad dat met wortel en al moet worden uitge
roeid. Ik twijfel er niet aan, dat U met deze opvatting vol
ledig instemt. Dames en heren, leden van de raad. Mijn col
lega uit Eindhoven heeft nog niet zo lang geleden een inte
ressante verhandeling gehouden over de bestuurlijke organi
satie in de regio's met een sterke centrumgemeente. Het ont
breekt mij nu enerzijds aan de tijd om daar uitvoerig op in
te gaan, anderzijds zou ik daar graag eerst Uw oordeel over
hebben. Maar het is wel duidelijk dat, wat in de Eindhoven-
se regio geldt, ook voor de Bredase contreien op gaat. Bre
da heeft op termijn gebrek aan bouwgrond en kent nu al een
tekort aan bedrijventerreinen. We zullen in goed overleg
met de buurgemeenten moeten zoeken naar oplossingen. Niet
in de sfeer van de confrontatie, maar gericht op stevige sa
menwerking, vanuit het idee dat het om gezamenlijke belan
gen gaat, die de gemeentegrenzen overstijgen. Daarbij past
ook erkenning van het feit, dat een centrumgemeente als
Breda, in overwegende mate opdraait voor de kosten van voor-