24 APRIL 1990
169
aantal consequenties. Eén ervan is de financiële kant en ik
herhaal graag de woorden die de voorzitter sprak in de com
missie algemene zaken van 10 april jongstleden, hij zei
toen ongeveer deze woorden: bij deze nieuwe organisatie-op-
zet hoeft er geen geld vanuit de gemeentekas naar de poli
tie te gaan. Zoals bekend is dit ook een standpunt dat door
de P.v.d.A. wordt ingenomen. Er zijn meer consequenties.
Een andere is: het inrichten van wijkbureaus. 19 november
1990 is door de burgemeester een heilige datum genoemd. Ik
ga niet vragen of we die datum zullen halen, dat zal zeker
lukken. Maar hoe is de stand van zaken bij het vinden van
die bureauruimten? En is het ook per se noodzakelijk dat er
onmiddellijk op 19 november een definitieve huisvesting is?
Is het denkbaar dat we op één, misschien zelfs wel twee
plaatsen, een tijdelijke behuizing moeten gebruiken, om
toch die datum van 19 november te halen? In dit verband heb
ik zojuist op mijn tafel de brief van het ministerie van
Binnenlandse Zaken gevonden. Als ik het goed heb begrepen,
is dat de toezegging dat wij 3 miljoen kunnen gebruiken
voor de wijkbureaus. In dat geval hoef ik die vraag niet
meer te stellen. Ik kwam 1 minuut voor half 8 binnen en U
ging, terecht natuurlijk, meteen de vergadering openen.
De VOORZITTER
Er is misschien wel een uur nodig om deze brief van het mi
nisterie van Binnenlandse Zaken precies op zijn waarde te
kunnen schatten. Maar er staat zelfs méér in, dan de 3
miljoen voor de wijkbureaus.
De heer KOEKKOEK
Ik zie alleen geen bedrag staan. Ik hoop dus van harte dat
Uw interpretatie juist is, maar daarover gaan we vanavond
niet discussiëren. Een ander aspect van de hele operatie is
de personeelsomvang. Door het stopzetten van de P.K.P.-opera
tie wordt Breda een uitbreiding van het personeel door de
neus geboord. Welk perspectief hebben wij nu op een grotere
personeelssamenstelling? Kan de komende regionalisering een
positieve rol spelen om tot een versterking van het Bredase
korps te komen? Er loopt, naast het vaststellen van de nieu
we koers, een aantal andere veranderingsprocessen. Ik wijs
U op het onderzoek naar de taakomschrijving voor de korps
leiding. We hebben het daarover in de commissie zijdelings
gehad. Kunt U aangeven hoe het daarmee staat en kunt U ook
aangeven hoe het staat met de resultaten van het onderzoek
naar het functioneren en de kwaliteit van de ondersteunende
diensten? Als dat nu niet kan, mag wat mij betreft, zeker
dat laatste punt, in de commissie algemene zaken worden be
sproken. Tenslotte, het beleid zoals dat wordt voorgesteld
in het rapport "De Nieuwe Koers" is in wezen de concretise
ring van het al eerder door ons geakkordeerde beleid en
past naar mijn mening ook in de noodzakelijke verkleining
van de afstand tussen burger en bestuur en in dit geval bur
ger en politie. Het stappenplan werkt daaraan mee en ver
dient, mede daarom, van harte onze volle steun.