180
24 APRIL 1990
Haag dan nog een maand de tijd krijgt om het ei te leggen.
Dat is dan precies tijd genoeg om vóór 1 juli klaar te
zijn. Voor alle procedures, alle gesprekken met eventuele
kandidaten, zijn de data op dit moment vastgelegd in de di
verse agenda's, zodat wij geen tijd verloren laten gaan en
de zaak niet over de vakantie wordt heengeschoven. Dat bete
kent overigens wel dat er een heel nauw schema moet worden
aangehouden. Maar ik ben blij dat het openbaar ministerie
en ook de vertrouwenscommissie op een voortreffelijke ma
nier op dit moment daaraan meewerken. Want het zou toch ook
een klein nationaal record zijn als wij in drie maanden
tijd een hoofdcommissaris zouden krijgen. Ik denk dat het
goed is als Breda dit record op haar lijst kan bijschrij
ven. De V.V.D. staat voor 19 november, zo heeft de heer
Taks gezegd en als het niet kan via het geld van Binnenland
se Zaken, dan eventueel maar met geld uit een andere gemeen
telijke pot. Ik heb in de commissie het een en ander ver
telt over de mogelijkheid die wij achter de hand houden. Ik
ben blij dat die mogelijkheid niet meer hoeft te worden be
nut en dat de brief van Binnenlandse Zaken in dat opzicht
zeer helder is. Ik ben in ieder geval blij met het feit dat
de heer Taks op deze wijze duidelijk maakt hoeveel priori
teit zijn fractie geeft aan de uitvoering van dit plan. De
heer De Leeuw heeft, naast een aantal andere punten, ook
aandacht gevraagd voor de menselijke aspecten als gevolg
van deze hele operatie. Ik heb daarover in het begin al
iets gezegd. Ik vind het goed dat de heer De Leeuw dit punt
ook nog eens onder de aandacht ook van zijn collega's
brengt en dat wij ons goed moeten realiseren dat het inder
daad gaat om een hele grote verandering. In de gesprekken
met de politie kun je ook merken, dat men enerzijds met en
thousiasme aan de slag gaat en anderzijds ook wel het onze
kere vreest. Want onzeker is het, omdat het carrièreperspec
tief zich toch op een wat andere manier kan ontrollen voor
de ogen van de politieman of -vrouw dan hij of zij vroeger
had verwacht. De heer De Leeuw heeft gevraagd om de raad,
c.q. de commissie uitvoerig op de hoogte te houden van de
ontwikkelingen. Ik stel mij voor U iedere maand mondeling
te informeren over de gang van zaken. Naast het gesprek dat
de commissie met de officier van justitie voor de zomer zal
hebben, ben ik voornemens te bevorderen dat de raad als ge
heel ook nog voor de zomer een bezoek brengt aan het hoofd
bureau van politie. Wij zullen er dan voor zorgen dat U in
ieder geval de gelegenheid krijgt om met de Bredase politie
man of -vrouw van gedachten te wisselen, om op een informe
le manier kennis te nemen van wat er bij de politie leeft.
De vraag is of wij dat moeten doen na het gesprek met de of
ficier of vóór het gesprek. Dat is een kwestie van afwegen.
Suggesties van Uw kant hoor ik te zijner tijd op dat punt
graag. De heer Garritsen heeft zijn vreugde betuigd over
het feit dat in de toekomst niet wordt gediscussieerd over
bevoegdheden. Ik moet U zeggen, dat ik redelijk allergisch
ben voor dat soort discussies. Het gaat mij om de doeltref
fendheid om de doelstelling, die wij onszelf stellen. Wat
mij betreft hoort daarbij geen gekissebis over bestuurlijke