24 APRIL 1990 186 rig naar datgeen dat daar, over ongeveer anderhalf jaar, zal staan. De heer BOKKELKAMP Jammer, geen eatery, geen kippenfarm, of althans, dat waren de toezeggingen van twee leden van het college die zitting hadden in de stuurgroep, wanneer de doelstellingen niet wa ren gehaald. Van die kant is het jammer, maar het geeft wel aan hoe goed Breda de zaken heeft aangepakt. Als je praat over een unieke prestatie denk ik dat er wel andere presta ties zijn geweest, die vergelijkbaar zijn voor wat betreft de bouw van gecompliceerde gebouwen. Het is een hele goede prestatie, maar die kan in de hand gewerkt worden door het opzetten van een goede projectorganisatie. En daarin is Bre da heel goed geslaagd, zowel vanuit het gemeentelijk appa raat, als vanuit het college, als bij het inschakelen van externe projectadviseurs, waar we vanaf het begin op hebben aangedrongen. Het geeft min of meer een garantie dat iets dergelijks aardig goed gaat verlopen. Een unieke prestatie vind ik b.v. de bouw van het hotel op het Jungfrau Joch bin nen de daarvoor gestelde marge van 400 miljoen. Dat is een wat gecompliceerder project dan het stadskantoor van Breda. Maar ook dat is binnen de begroting uitgevoerd. Ik wil toch nog een stukje historie aanhalen, met name voor wat be treft de bemoeienis van de raad. Het is door de voorgaande sprekers ook al min of meer gememoreerd. In eerste instan tie vind ik nog altijd dat het principe-besluit van 29 sep tember 1987 een heel goede zaak is geweest waarbij het col lege in ieder geval op het rechte pad is gebleven en gehou den door de raad. Instelling van de commissie ad hoe: ik denk dat het heel belangrijk was dat daarvoor diverse des kundigheden, die toch ook in een raad aanwezig zijn, samen gevat werden om ook in voorkomende gevallen het college voor slechte stappen te behoeden. Dat is allemaal goed gelo pen. Het instellen en de bemoeienis van de medezeggenschaps commissies de afgelopen jaren hebben dat toch profijtelijk aangetoond. Op de financiële kaders wil ik even ingaan. De financiële kaders, zoals die er nu liggen, zijn goed. De af dekking, en daarop is de heer Sinke ook al ingegaan, ik denk dat op financieel gebied qua beheer maar ook qua finan cieringsstructuren in de toekomst door Breda goed wordt na gedacht. Je kunt bijna spreken van een bedrijfsmatige aan pak en dat is alleen maar een goede zaak. Een laatste pun tje betreft het parkeren. Het parkeren is nog onduidelijk. Voor mijn fractie staat voorlopig voorop dat wordt vastge houden aan die 300 parkeerplaatsen. Hoe die worden gereali seerd zien we wel, of het dubbel parkeren gaat worden of een parkeerdek dat moeten we nog maar even afwachten. Ik denk dat er ook een relatie moet liggen naar de binnenstads- besluiten die nog moeten worden genomen en waarbij je ook over het parkeren gaat nadenken. Voorop staat in ieder ge val dat er voldoende parkeergelegenheid bij het stadskan toor moet zijn. Het blik in het groen. Ik heb daarover in de commissievergadering wat badinerend gepraat. Ik wil daar op toch een blik werpen. Zoiets hoort naar mijn mening niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 186