24 APRIL 1990
188
het beginstadium stond opgenomen dat er kinderopvang in het
gebouw zou komen. Daar is toen een streep doorgehaald. Toen
is gezegd dat we in overleg gaan met het bedrijfsleven, om
kindplaatsen voor gemeentepersoneel te creëren en dat komt
los van het gebouw. Er komt alleen een soort peuterhoek
voor mensen die daar op bezoek zijn en die hun kind daar
even kwijt kunnen, maar verder niets. Voor het personeel is
niets gerealiseerd. Ik heb toch de moeite genomen om als
raad uit te laten spreken dat het van belang is, dat op het
moment dat het stadskantoor wordt geopend, er ook kinderop
vang gerealiseerd is. Het wordt nü niet zó gerealiseerd, zo
als de P.S.P. het graag had gezien en wel dat we het in het
stadskantoor hadden ingepland. Dat is jammer. Maar ik vind
wel, dat er op korte termijn een onderzoek moet worden ge
daan in overleg met de stuurgroep emancipatiebeleid van de
gemeente, om te kijken hoeveel opvangplaatsen er noodzake
lijk zijn. Op het moment dat het stadkantoor wordt geopend,
moet dat aantal dat nodig is voor het gemeentepersoneel ge
realiseerd worden. Daarom dien ik een motie in zodat de
raad zich daartoe uitdrukkelijk kan uitspreken. In dit voor
stel en ook in het programma van eisen komt over kinderop
vang niets meer terug. Er zijn mondelinge toezeggingen ge
daan, maar ik vind, als de raad die zaak belangrijk vindt,
dat ze dat ook moet uitspreken zodat het college zich
straks daaraan kan houden. Als laatste punt, de heer Boer
is er al op ingegaan, vormgeving van het gebouw. Ik denk
dat het weinig zin heeft om daar lang over te gaan stoeien.
Over de wijze waarop de architectkeuze heeft plaatsgevonden
bestaan verschillende opvattingen. Er is een discussie ge
weest en veel mensen uit Breda hebben zich afgevraagd of je
hiervoor moet kiezen. De keuze is gemaakt, daarover hoeven
we niet lang meer te stoeien. Ik denk dat we blij kunnen
zijn dat er mogelijk op korte termijn een adequate huisves
ting komt. Ik denk dat dat zeer noodzakelijk is voor het ge
meentepersoneel
MOTIE
De leden van de raad der gemeente Breda, gelet op artikel
31 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de
raad der gemeente Breda, stellen de raad voor zich uit te
spreken als volgt:
De raad van de gemeente Breda, in vergadering bijeen op 24
april 1990, ter behandeling van het voorstel van het colle
ge van burgemeester en wethouders met betrekking tot het be
schikbaarstellen van een bedrag van 39.300.000,- ten be
hoeve van de bouw van het stadskantoor, (agendapunt no. 70);
is van mening dat,
bij het realiseren van een nieuw stadskantoor tevens
geregeld dient te zijn dat er een adequaat aanbod voor
het personeel van kinderopvang dient te zijn;
stelt vast dat,