24 APRIL 1990 196 en de bereikbaarheidscenario's in het vooruitzicht hebben gesteld. Wat dat laatste bestreft, dat klopt en ik kan niet meer zeggen dan wat ik op dit ogenblik heb gezegd en daar wil ik het dan ook bij laten. Dat wij in het begin in het programma van eisen dit hadden opgenomen, maar dat wij te gen de achtergrond van het door de raad vastgestelde beleid hebben gekozen voor het beleid, dat wij kinderopvang reali seren via het inkopen van kindplaatsen; dat wij dat al heb ben gerealiseerd in de laatste begrotingsvergadering en dat dat ook betrekking heeft op al het personeel; dat ik zoëven heb gezegd dat ik mij kan voorstellen dat in een programak koord de werkgeversfunctie van de gemeente Breda ook op dit punt een invulling zou krijgen, en dit heeft niks te maken met geheimzinnig doen over een programakkoord want dat is zo'n open deur, als ik dat niet meer zou kunnen zeggen dan weet ik het niet meer, betekent a: dat het college het be leid uitvoert dat de raad heeft vastgesteld. Dat de heer Garritsen het met dat beleid niet eens is zal mij een zorg zijn, maar ik voer het beleid van de raad uit en b: dat wij daarnaast tegen de tijd dat het stadskantoor is gereali seerd nog steeds de middelen die wij op dit ogenblik hebben gereserveerd ook zullen benutten voor de opvang van kinde ren van onze eigen ambtenaren, zoals dat nu ook voor alle ambtenaren is. Wat dat betreft blijft de motie voor het col lege nog steeds overbodig en wordt U dus door het college ernstig ontraden. De heer GARRITSEN Kan de wethouder misschien aangeven, ook ik ken het bedrag uit de nota kinderopvang, hoeveel plaatsen gerealiseerd kunnen worden, want daarop is tot op dit moment geen enkel zicht. Ik vind het wel interessant om te weten hoeveel kind plaatsen ze nu gerealiseerd hebben. Wethouder RöMKENS Het is toch al gerealiseerd mijnheer Garritsen. U vraagt echt naar de bekende weg. De heer GARRITSEN In de nota kinderopvang, de heer Van Raak kan het misschien nog gedetailleerder aangeven, is het zo dat op dat punt de zaak nog moet worden gerealiseerd. Geeft U maar eens aan hoeveel kindplaatsen gerealiseerd worden voor het gemeente- personeel. Wethouder RöMKENS Op dit ogenblik is 50.000,- uit de stelpost personeelsbe leid gereserveerd voor de inkoop van kindplaatsen waar op dit ogenblik plaatsen worden ingekocht voor het realiseren van de behoefte aan kinderopvang van gemeentelijk perso neel. Ik moet U hierbij tot mijn spijt zeggen dat wij op dit ogenblik nog niet in de gelegenheid zijn om alle capaci teit die we hebben, te benutten. De heer GARRITSEN

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 196