1 FEBRUARI 1990 19 drijfsleven, het uitbreiden van de halve dagopvang, waarbij U heeft toegezegd om eventueel ombouw van de peuterspeelza len naar de halve dagopvang op de politieke agenda te hou den en het opzetten van een centraal punt, waarbij wij te kennen geven dat, wat ons betreft en dat natuurlijk in over leg met het veld, verdergaande vorm van samenwerking voor de toekomst wenselijk zou zijn. Met betrekking tot de overi ge beleidsvoornemens nog enkele kanttekeningen. Ten eerste wat betreft het gastouderproject. Wij zullen het experiment critisch volgen en U weet ook dat hier niet onze eerste voorkeur ligt. Wij willen U nogmaals verzoeken om in de eva luatie nadrukkelijk ook de kwaliteitsaspecten te betrekken en zeker niet de hoeveelheid gemaakte koppelingen voorop te stellen. Ten tweede wat betreft de activiteiten gebonden op vang. Ons inziens kan langs twee lijnen gewerkt worden. U geeft één lijn heel duidelijk aan, namelijk het aansluiting zoeken bij de peuteropvangDe P.v.d.A.-fractie ziet een tweede mogelijkheid. Wij vinden dat in de toekomst ook van uit onderwijs- en werkgelegenheidsbudgetten gelden vrijge maakt moeten worden om kinderopvangmogelijkheden aan te kun nen bieden. Een voorbeeld: als je basiseducatie aanbiedt is het ons inziens een logisch gevolg dat dan ook kinderopvang als belangrijke voorwaarde voor een grote groep vrouwen, met name ook buitenlandse vrouwen om ook in staat te worden gesteld gebruik te maken van dat aanbod, uit het budget be kostigd wordt. Een mogelijkheid is dan om plaatsen in hele en halve dagopvang te kopen en dan te reserveren voor die doelgroep. Waarschijnlijk zullen begin volgend jaar extra middelen vanuit het rijk voor kinderopvang beschikbaar ko men. De P.v.d.A. gaat ervan uit, gezien ook de uitspraken van de minister, dat die gelden ook ingezet mogen worden voor de buitenschoolse opvang. Voor ons heeft uitbreiding van die buitenschoolse opvang dan ook op dat moment een he le hoge prioriteit en wij zijn dan ook tevreden dit terug te vinden in de nota. Daarnaast verzoeken wij U vormen van 24-uurs opvang serieus te bekijken en verwijzen wij U nog maals naar het behoefte-onderzoek in Maastricht. Tenslotte, wij zijn van mening dat met de realisatie van de nu voorlig gende beleidsvoornemens via inzet van zowel rijks- als ook gemeentelijke gelden een verantwoord kinderopvangbeleid in Breda gestalte gaat krijgen. Mevrouw BROSKY-WESTDORP Dankzij de Oort-gelden kunnen wij thans de kinderopvang in Breda in kwalitatieve en kwantitatieve zin een duw in de goede richting geven. In de uitvoerige goede nota wordt te recht en op juiste wijze het belang van kinderopvang vanuit de diverse invalshoeken beschreven en Uw mede daarop geba seerde plannen en voorstellen zijn, voor zover ik heb kun nen zien, in overeenstemming met de stimuleringsmaatregel. Ik dank de portefeuillehouder nog voor de tijdige toezen ding van de definitieve tekst van de maatregel. Alhoewel het hier om een stimuleringsmaatregel gaat, heb ik begrepen van de portefeuillehouder dat wij niet somber behoeven te zijn met betrekking tot de structurele financiering van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 19