24 APRIL 1990 200 op het aantal leerlingen. Het bedrag is gebaseerd op een be paalde mate van onderhoud gerelateerd aan een bepaalde op pervlakte en dat komt ten laste van de scholen die het kon- trakt afsluiten. Het beleid om het groen van de scholen te betrekken bij het openbaar groen is in feite een beleid ge weest dat wij hebben nagestreefd, omdat wij vanuit de oude regeling de situatie hebben nagestreefd. Ik kan mij voor stellen dat wellicht in de toekomst dit beleid nog een keer geactualiseerd kan worden, waarbij de vraag aan de orde is in hoeverre royale groenvoorzieningen rond bepaalde en dan gaat het met name om bijzondere scholen, tot openbaar groen getransformeerd moeten worden. Maar daarvoor moet een apar te grondtransaktie plaatsvinden tussen het bevoegd gezag van het bijzonder onderwijs en de gemeente. Dat staat naar mijn mening hier buiten; ik wil die situatie nog wel een keer aktualiseren. Waar het hier om gaat is dat de milieu dienst een contract wil met de scholen, die dat willen, voor het onderhoud van het groen voor het aantal vierkante meters dat daar aan groen onderhouden moet worden en dit staat los van het aantal leerlingen, dat weer samenhangt met de londonorm. Ik wil de heer De Leeuw graag toezeggen dat ik in een eerstvolgende commissie milieu en misschien commissie grondbedrijf een keer van gedachten wil wisselen over het afstoten van scholengroen ten gunste van openbaar groen. Ik ga er wel vanuit dat de heer De Leeuw zich bewust is van het feit, en dat is hij zeker, dat het een zaak is van het bevoegd gezag van het bijzonder onderwijs zelf en dat is niet het gemeentebestuur. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van D'66 geacht wil worden te hebben tegengestemd. 73. WIJZIGEN VAN DE LEGESVERORDENING. De heer GARRITSEN Een punt uit Uw voorstel kan ik niet onderschrijven. Met de invoering van de wet persoonsregistratie krijgt degene die geregistreerd staat onder meer inzage-recht en correctie recht. Om daarvan gebruik te maken ben je dadelijk ver plicht om 10,voor die inlichtingen te betalen. Ik vind dat degene die registreert in de praktijk zoveel voordelen heeft van die geautomatiseerde registratie, dat de kosten die verbonden zijn aan inzage in die registratie, door de mensen in feite zelf moeten worden betaald en die moet je niet bij de burger in rekening brengen. Ik denk met name aan controle op de opgeslagen gegevens en de inlichtingen die men van particulieren heeft. Ik denk dat het belangrijk is voor de privacy dat mensen daarvan gebruik maken. Ik vind niet dat je drempels voor die burger moet invoeren, en dat je die legeskosten in feite niet moet heffen. Ik vind dat een slechte zaak. Wethouder RöMKENS De heer Garritsen en ik hebben daarover in de commissie van gedachten gewisseld. Het gaat niet zozeer om dat tientje,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 200