20 1 FEBRUARI 1990 thans voorgestelde plan na het jaar 1993. Is dat ook de op vatting van het college? In de nota wordt, naast tal van an dere beleidsvoornemens, onder andere aangekondigd de oprich ting van een centraal punt onder beheer van het particulier initiatief, teneinde een optimale samenwerking en onderlin ge afstemming van de kinderdagverblijven te realiseren. Naar de mening van de C.D.A.- fractie een uitstekend plan. Het is niet nodig de diverse, overigens ook belangrijke, an dere onderdelen uit de nota vanavond nog eens de revue te laten passeren. Dat is in de commissievergadering al uitvoe rig gedaan en bovendien komen enkele onderdelen in de loop van dit jaar weer ter behandeling terug. Slechts het vol gende voor onze fractie belangrijke punt: evenals bij het C.D.A., staat ook op het prioriteitenlijstje van het colle ge de buitenschoolse opvang terecht hoog genoteerd. Wij re kenen erop dat, zodra de aanvullende rijksmiddelen beschik baar worden gesteld, het college conform deze prioriteits stelling zal handelen en horen gaarne Uw standpunt hierover. De heer GARRITSEN Het is deze periode toch nog gelukt een nota op tafel te krijgen. Daarop hebben wij lang moeten wachten en met een beetje hulp van de rijksoverheid en wat meer financiële mid delen kon de langverwachte nota, die wij vanavond voor ken nisgeving aannemen, de raad worden aangeboden. Ik moet con stateren dat wij de afgelopen periode geen enkele uitbrei ding gerealiseerd hebben, en dat de achterstand die wij had den in feite is toegenomen. Het aantal vrouwen of gezinnen dat een beroep doet op kinderopvang neemt toe en van uit breiding in Breda is geen sprake geweest. Zelfs is in deze periode soms sprake geweest van sluiting van een flexibele opvang in de binnenstad zoals 't Drempeltje. Ik denk dat het hard nodig is dat wij een beleid voor de toekomst opzet ten en ik moet zeggen dat ik met een aantal zaken, zoals ook de P.v.d.A.-fractie zegt, best tevreden ben. Er zijn duidelijke verbeteringen ten opzichte van het huidige be leid. Een paar zaken, en ik wil niet in herhaling vallen van datgene dat al is opgemerkt, wil ik toch naar voren brengen, en met name de flexibele opvang. Daarvoor zit ei genlijk nog niets in, terwijl de signalen heel duidelijk zijn. Mevrouw Heerkens heeft er ook op gewezen en ik denk dat je daarmee niet te lang moet wachten. Een ander punt is de buitenschoolse opvang, waaraan ook een grote behoefte is. Die zaak is op dit moment nog niet gerealiseerd. Voorts wordt nog een onderzoek ingesteld naar de kinderen van migranten ouders. Wij moeten kijken of die groep meer be trokken kan worden bij de zaak. Ik vind het wat lang duren voor dat die punten echt geregeld zijn en ik vind dat op korte termijn op dat terrein toch resultaten geboekt moeten worden. Ik wil de wethouder vragen of hij de commissie maan delijks op de hoogte kan houden over de voortgang van deze nota en de uitvoering van een aantal zaken. Ik weet dat er ten aanzien van een aantal zaken dat gerealiseerd moet wor den de nodige problemen zijn. Mijns inziens moet de nota niet voor kennisgeving worden aangenomen, maar hij moet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 20