26 APRIL 1990
219
Brabant bij heel veel politieke activiteiten heb mogen mee
maken. Ook de heer Grosfeld heeft gemeend om na twee perio
den afscheid te moeten nemen van de Bredase politiek. Hij
is actief geweest daar waar het ging om de discussie rond
N.A.C. in Breda. Impliciet heeft hij zich ook bezig gehou
den met het behoud van het zwembad Het Ei, met alles wat
daarover aan politieke verwikkelingen ter sprake is ge
weest. Ik dank U ook voor al Uw activiteiten voor de gemeen
te Breda. Ik weet dat U twee hobby's heeft, waarvan één hob
by mij buitengewoon aanspreekt. U kijkt naar voetbal, maar
nog veel belangrijker in mijn ogen is dat U een enthousiast
wielrenner bent. U heeft de afgelopen maanden in ieder ge
val kunnen genieten van een aantal massa-aankomsten die mij
in ieder geval als wielrenliefhebber het hart af en toe heb
ben doen stilstaan. We krijgen de komende maanden nog een
schitterend wielerseizoen en wellicht dat we met Uw morele
steun voor de t.v. de Nederlandse wielrenners tot wat bete
re prestaties kunnen aanzetten. U in ieder geval hartelijk
dank voor Uw activiteiten.
Het houdt niet op, want de heer Hofsté en ik kennen elkaar
ook al langer dan van de afgelopen maanden. Ook wij hebben
elkaar de afgelopen jaren in diverse capaciteiten ook een
groot aantal keren meegemaakt. Als ik kijk naar Uw activi
teiten in de gemeente Breda, met name in de gemeenteraad,
dan heeft U eigenlijk op het politieke vlak ongeveer alles
gedaan wat als raadslid denkbaar is. U bent fractievoorzit
ter geweest gedurende een periode, U bent wethouder geweest
bij de opvolging van mevrouw Van Rooy, U heeft ook als wet
houder een heel belangrijke aanzet gegeven tot de discussie
over het cultuurbeleid hier in Breda. Nadat U die functies
binnen het C.D.A. had bekleed, bent U gewoon doorgegaan als
raadslid. Alles bijelkaar zit U nu twee zittingsperiodes.
Ik denk dat het C.D.A. U veel dank verschuldigd is voor Uw
belangeloze inzet en voor Uw bereidheid om op een aantal mo
menten ja te zeggen als U gevraagd werd om een functie te
vervullen. Ik zeg U in ieder geval namens de gemeente Breda
ook hartelijk dank voor het feit dat U die bereidheid hebt
gehad en voor alles wat U in die diverse functies voor de
gemeente Breda heeft gedaan.
Ik kom bij mevrouw Pies. U heeft vanaf 1982 zitting gehad
in de raad en U heeft zich met name beziggehouden met een
paar terreinen, die mij uiteraard als oud milieu-minister
buitengewoon aanspreken. U heeft zich beziggehouden met de
verplaatsing van de hinderlijke bedrijven uit de woonomge
ving, samengevat: met de leefbaarheid van de buurt. U
heeft, en dat spreekt mij ook buitengewoon aan omdat ook in
het nieuwe programakkoord op dat punt voorstellen worden ge
daan, zich binnen Uw partij beziggehouden met het ombuds-
werk voor de P.v.d.A.-fractie. Zelf heb ik mij als jong ka
merlid beziggehouden met het wetsontwerp, waarin de positie
van de nationale ombudsman werd geregeld. Samen met de heer
Stoffelen heb ik destijds een amendement ingediend waarmee
we in principe ook de competentie van de nationale ombuds-