21
1 FEBRUARI 1990
daadwerkelijk worden uitgevoerd. Dienaangaande zou ik toch
wel de vinger aan de pols willen houden.
Wethouder VAN RAAK
Een aantal korte antwoorden, ook omdat het in de commissie
tot twee keer toe uitgebreid is behandeld. De opmerking van
mevrouw Heerkens om bij de gastouderprojecten niet alleen
het aantal koppelingen mee te tellen ten behoeve van de eva
luatie, maar ook de kwaliteitseisen zoals die zijn geformu
leerd op dezelfde pagina van de betreffende nota, heb ik al
bevestigend beantwoord in de commissie en ik doe dat ook
nu. Naar aanleiding van de opmerking van onder meer mevrouw
Heerkens voor wat betreft de aandacht, voor de activiteits
gebonden opvang het volgende. Zij praat over twee lijnen.
Ik dacht dat die lijnen ook door ons in de nota zo zijn aan
gegeven. Dus die tweede lijn, die zij als eigen lijn ont
dekt, is ook de lijn van het college. Misschien was het wel
de lijn van het college. Het gaat bij lijn twee om afspra
ken met de reguliere opvang, eventueel inkopen bij de regu
liere opvang, gebruik maken van de faciliteiten van de leid
sters, van de gebouwen van de peuterspeelzalen en van de
kinderdagverblijven, door de activiteitsgebonden opvang.
Lijn twee houdt in dat in de budgetten van andere groeperin
gen ruimte wordt vrijgemaakt om kinderopvang te kunnen aan
bieden. Zo vertaal ik lijn twee, zoals wij hem in onze nota
hebben neergelegd.
Mevrouw HEERKENS
Ik kan mij zelfs voorstellen dat die lijnen verder gaan.
Maar ik denk dat wij daarover in de toekomst nog wel zullen
discussieren en dat ook de fractieleden in de commissies
daarvoor aandacht zullen vragen.
Wethouder VAN RAAK
De opmerking van mevrouw Brosky gaat over de lengte van de
maatregel. Het wordt inderdaad als een stimuleringsmaatre
gel gezien. Maar mevrouw d'Ancona heeft vorige week nog in
een interview in het welzijnsblad laten weten dat het vol
gens haar een misverstand is te veronderstellen dat het
geld na vier jaar ophoudt. Het is namelijk structureel aan
wezig en zij zegt verder: krachtens de welzijnswet kan het
maar vier jaar lang op deze manier. Er moet daarna dus iets
gedaan worden en daarvoor valt te denken aan belastingfaci
liteiten of het instellen van een speciaal fonds; elders
spreekt zij weer over de voeding van het gemeentefonds. In
ieder geval spreekt zij wel over structurele gelden, omdat
de welzijnswet een stimuleringsbijdrage van langer dan vier
jaar blijkbaar niet toelaat. Dus ik veronderstel niet dat
het college somber hoeft te zijn over de verlenging van de
ze financieringsstroom na vier jaar. Uw opmerking over bui
tenschoolse opvang onderschrijf ik. U weet dat wij ook nog
een aanvraag hebben ingediend voor de tweede ronde. Het kan
zijn dat er te weinig aanvragen zijn in de eerste ronde,
waarvoor wij onze volledige aanvraag hebben ingediend, maar
mocht er nog wat geld overschieten dan kunnen wij ook