26 APRIL 1990
221
Ik kom dan bij de heer Den Boer. Mijnheer Den Boer, U bent
actief sinds één raadsperiode. U bent één van de twee klei
ne zelfstandige ondernemers, de andere zelfstandige onderne
mer zit naast U en daarover kom ik zo dadelijk ook nog te
spreken. Ik denk dat het een groot goed is. Er zijn in mijn
ogen, en dat heeft allerlei oorzaken, nog dikwijls te wei
nig ondernemers in de politiek werkzaam. Ik denk dat het in
ieder geval heel goed is dat U als zelfstandig ondernemer
de afgelopen jaren hier ook in de raad Uw geluid heeft la
ten horen, waarvan mensen die mij uiteraard vanavond het
een en ander hebben ingefluisterd, hebben gezegd dat U ie
mand was die altijd ook vanuit zijn sociaal-democratische
visie toch oog had voor de harde cijfers. U hield zich in
het bijzonder bezig met automatisering, met de flexibele ho
norering en ook met zaken als de kinderopvang. Ik heb Uw
boosheid afgelopen dinsdag nog eens een keer van Uw gezicht
kunnen aflezen toen de heer Garritsen een opmerking maakte
waarmee U het absoluut niet eens was. Ik was blij dat er
zo'n grote afstand tussen U beiden was, anders was het ver
keerd gelopen. U heeft in ieder geval hier in de gemeente
raad een heel duidelijk eigen geluid laten horen. Ik heb
ook nog wel eens begrepen dat datzelfde geluid ook binnen
de P.v.d.A.-fractie afgelopen jaren te horen is geweest. Er
zijn gemeenteraadsleden van de P.v.d.A. die wel eens praten
over de afdeling Den Boer binnen de P.v.d.A.-fractie. Ik
denk dat U Uw werk, uit wat ik heb begrepen, op een buiten
gewoon adequate wijze heeft vervuld en dat U, ook als het
gaat om de debatten over wat hardere onderwerpen hier, zich
uitstekend van Uw taak heeft gekweten. Namens de gemeente
Breda zeg ik U daarvoor ook hartelijk dank.
Mevrouw Dammer-Noorman, U bent ook raadslid geweest voor
één periode. U bent lid geweest van de bestuurscommissie so
ciale werkvoorziening. Daarnaast heeft U deel uitgemaakt
van een aantal andere vaste adviescommissies hier in de ge
meente Breda en in Uw activiteiten is dat heel duidelijk
merkbaar geweest. U heeft zich ingezet voor de ouderenwo
ningen, voor de aanpassingen voor invaliden en U bent in
bijzondere mate opgekomen voor de belangen van Breda-Oost.
Ik denk dat U, vooral door de wijze waarop U zich druk
heeft gemaakt over de ouderenwoningen en de positie van de
invaliden, daarmee nog eens heeft aangegeven, en ik voel
mij in dat opzicht buitengewoon aangesproken, hoe U denkt
over de plaats van mensen die in de knel zitten en de aan
dacht die deze mensen in de samenleving moeten krijgen. Ik
denk dat het heel goed is dat daarop soms buitengewoon
scherp wordt gewezen en dat er mensen zijn die, ondanks het
feit dat ze niet altijd gehoor vinden, dat er niet altijd
naar wordt geluisterd, toch iedere keer op die zaak blijven
wijzen. Ik denk dat heel veel ouderen, heel veel invaliden,
maar vooral ook de gemeente Breda, buitengewoon dankbaar
moeten zijn voor de wijze waarop U in deze raadsperiode
heeft gefunctioneerd. Daarvoor mijn dank.