1 MEI 1990
229
keer moeten proberen om de raad erbij te betrekken en om de
discussies hier in de volle openbaarheid, hetzij in de
raad, hetzij in de commissies te laten plaatsvinden. Ik com
plimenteer U graag ook namens alle gemeentelijke ambtenaren
voor de voortvarende wijze waarop U het karwei hier heeft
geklaard. Een derde opmerking die ik zou willen maken heeft
betrekking op de politieke prioriteiten die U in Uw program
ma heeft vastgesteld. Ik hecht eraan om hier nog eens na
drukkelijk mijn dank uit te spreken voor het feit dat ik
een aantal keren in de gelegenheid ben gesteld om mijn me
ning over een aantal punten te geven en nog meer dank ik U
voor het feit dat er ook daadwerkelijk naar is geluisterd
en dat ik dus ook zo op mijn eigen manier op een aantal pun
ten inbreng heb kunnen leveren. Ik stel het in dat opzicht
ook op grote prijs dat U met elkaar een aantal prioriteiten
hebt gesteld, die ik als voorzitter van Uw raad gaarne on
derschrijf en waarmee ik het ook in politiek opzicht volle
dig eens kan zijn. Ik zal ook mijn best doen om vanuit die
prioriteitenstelling, die uit de onderhandelingen naar vo
ren is gekomen, in diezelfde geest het programma te bewaken
en er zorg voor te dragen dat in de toekomst ook de hoofd
lijnen van dit programma zo consistent mogelijk worden uit
gevoerd. Wat mij vanuit mijn algemene verantwoordelijkheid
buitengewoon aanspreekt, is dat U heeft gekozen voor een
strakke financiële discipline. U heeft dus in feite de lijn
doorgetrokken zoals die ook door de vorige raad is uitge
stippeld en ik geloof dat een strakke financiële lijn en
het stellen van prioriteiten getuigt van besturen zoals dat
anno 1990 met bescheiden overheidsmiddelen zou moeten
plaatsvinden. Ik wil U daartoe ook voor de inhoud van het
programma complimenteren en ik zal graag aan de uitvoering
daarvan meewerken. Ik richt me vervolgens met een enkele op
merking en ik zeg dit heel uitdrukkelijk en niet per onge
luk voor de beëdiging, omdat U straks als raad gaat functio
neren nadat het college is gekozen en dan acht ik het niet
het juiste moment om dit soort opmerkingen te maken, tot
wat straks officieel de oppositie gaat heten. Ik zal graag
straks de heer Garritsen na de aanbieding van het programak
koord het woord verlenen. Ik hoop dat we in de komende
raadsperiode een duidelijke en krachtige oppositie mogen
hebben. Ik denk ook dat dat goed is. We hebben natuurlijk
een buitengewoon breed college en de oppositie beperkt zich
tot een klein deel van de raad. Ik acht het mijn bijzondere
verantwoordelijkheid om in de komende raadsperiode erop toe
te zien dat U in ieder geval maximaal wordt geïnformeerd,
dat U volledig bij het raadswerk wordt betrokken en dat in
de discussies zoals die in de raad plaatsvinden, ook aan Uw
positie recht wordt gedaan. Dat is de taak van de voorzit
ter en ik zeg U dat graag toe. Op momenten dat ik in die
taak tekort schiet, zal ik daarover graag van Uw zijde een
opmerking horen. Mijnheer Garritsen kennende, zal hij onge
twijfeld opstaan, of het woord vragen als daarvan sprake
is. Ook U wens ik een buitengewoon vruchtbare periode en ik
hoop dat, ondanks het feit dat U in deze periode een andere