1 MEI 1990
232
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
De heer DE LEEUW
Dat verklaar en beloof ik.
De heer MARTENS
Dat verklaar en beloof ik.
De heer MEEUWISSEN
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
Mevrouw NEEB-WIEGERSMA
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
Mevrouw VAN OOSTERHOUT
Dat verklaar en beloof ik.
De heer VAN OS
Dat verklaar en beloof ik.
Mevrouw PELLIS
Dat verklaar en beloof ik.
Mevrouw PRINS-MULDER
Dat verklaar en beloof ik.
De heer VAN RAAK
Dat verklaar en beloof ik.
Mevrouw RATTINK
Dat verklaar en beloof ik.
De heer RöMKENS
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
De heer SANDBERG
Dat verklaar en beloof ik.
De heer SINKE
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
De heer VAN DE STEENOVEN
Dat verklaar en beloof ik.
De heet TAKS
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
Mevrouw WOUTERS-KOOTSTRA
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
De VOORZITTER
We zijn nu toe aan de tweede eed en aan de belofte. De eed
luidt: "Ik zweer trouw aan de Grondwet en aan de Wetten des
Rijks en dat ik de belangen van de gemeente Breda met al
