28 JUNI 1990 271 lieuprijs 1990 heeft gekregen en in hem ook alle ambtenaren die daarbij betrokken zijn geweest. Ik denk dat het voor Breda een geweldige stap is geweest. Ik heb zelf de wethou der van afstand mogen volgen bij de uitreiking van de prijs. Ik heb kunnen vaststellen dat Breda de prijs heeft gekregen, niet omdat we soms zulke aardige dingen doen, maar omdat we een structureel milieubeleid voeren, waarvan de resultaten uiteindelijk pas op de middellange termijn zichtbaar zullen zijn. Ik denk dat we in de persoon van de wethouder ook tegelijkertijd al zijn ambtenaren mogen feli citeren, want het is toch voor zo'n dienst en voor de wet houder, die daarvoor persoonlijk het afgelopen jaar zijn nek heeft uitgestoken, een fantastisch resultaat. In de tweede plaats, maar dat heb ik U gisteravond al kenbaar doen maken via een brief die bij U persoonlijk is bezorgd, zijn wij uiteraard blij met de komst van de heer Van de Ven. De Stem was, zoals altijd in het leven, weer net een weekje sneller dan de Koningin. De Koningin wist nog van niets, terwijl De Stem al vooruit snellend het bericht de wereld had ingestuurd, maar De Stem had het, zoals heel dik wijls, ook in dit geval bij het rechte eind. Uiteindelijk heeft de Koningin besloten om De Stem maar te volgen in de zen en de heer Van de Ven te benoemen. Ik denk dat ik wei nig hoef toe te voegen aan dat wat U vandaag erover heeft kunnen lezen. We mogen blij zijn dat we nu in ieder geval snel aan de slag kunnen met een nieuwe commissaris die veel ervaring heeft, ook in dit soort veranderingsprocessen. Dat is iets dat wij in Breda nodig hebben. Ik stel mij voor dat wij te zijner tijd de commissie algemene zaken in de gele genheid stellen om nader kennis te maken met de heer Van de Ven. De heer Van de Ven is in ieder geval op 1 juli benoemd en zal ook op 1 juli gaan beginnen. In principe betekent dit, dat we geen lange overgangstijd hebben. Hij zal af en toe wellicht nog een uurtje besteden aan zijn voormalige ge meente, maar hij heeft mij ook duidelijk gemaakt: zijn be zigheid is nu Breda en daarvoor hadden wij hem ook aange steld. Dus dat klopt precies met onze verwachtingen en met dat wat we destijds hadden gesteld. Daarmee kom ik via de heer Van de Ven en de heer Römkens uiteindelijk bij de poli tiebureaus terecht. Toch wil ik graag hier in de raad, ook naar de commissie algemene zaken toe, nog één opmerking ma ken: ik hoop dat ik dit soort procedures nooit meer hoef te volgen. Waarom niet? Omdat, zoals door een paar sprekers is vastgesteld, de zorgvuldigheid van de raadsstukken door zo'n snelle procedure niet wordt gediend. Aan de andere kant zaten wij simpelweg met het feit, dat de raad pas eind september weer vergadert, en dat je dus nu een besluit moet nemen, wil je te zijner tijd ook op tijd kunnen gaan bou wen. Dat betekent ook dat er heel veel druk is gelegd op al lerlei gemeentelijke instanties, en dat is niet altijd met veel feestvreugde gepaard gegaan, maar ik denk dat het uit eindelijke resultaat, de komst van die bureaus, ook in dat opzicht veel ambtelijk leed kunnen vergulden. Wij zijn er in ieder geval blij mee dat het uiteindelijk is gelukt. Dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 271