28 JUNI 1990
274
uitoefenen. Op zich terecht. Voor de fractie van Groen
Links geldt, dat het van groot belang is om heel duidelijk
te weten aan wie je wélke gegevens verstrekt en waarvoor.
Nu is het zo dat wij vinden, als je gegevens verstrekt die
in feite niet in deze verordening vastliggen, die niet echt
afgebakend zijn, dat je dan minimaal toch de commissie alge
mene zaken zou kunnen informeren: dat verzoek ligt er, moe
ten we daarop ingaan, ja of neen? Dus dat je die bepaling
bij artikel 12 meeneemt. Dit is met name van belang omdat,
waar het gaat om die persoonsregistratie, je te maken hebt
met doelstellingenomschrijvingen die in de praktijk vaak
heel erg ruim zijn, waardoor de mogelijkheid van verstrek
king ook nogal ruim is. Je ziet het ook bij de ter visie
liggende stukken in het informatiecentrum: hoe wij die za
ken hebben geregeld. Het blijkt dat vrij veel informatie
toch allerlei kanten op gaat. De burger in Breda heeft er
vaak weinig greep op. Ik denk dat het van het grootste be
lang is, dat wij toch een redelijk waterdicht systeem heb
ben, zodat je als gemeenteraad weet wanneer welke gegevens
worden verstrekt en dat je niet alleen achteraf daarop con
trole kunt uitoefenen. En als zodanig, we hebben de discus
sie in de commissie algemene zaken gehad, wil ik nu al aan
kondigen dat we tegen dit voorstel zijn.
De VOORZITTER
Ik heb met de discussie in de commissie algemene zaken in
het achterhoofd, contact laten zoeken met de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten om nog eens wat extra informatie voor
U op te diepen over dat verschil tussen die artikelen 10,
11 en 12. Over artikel 10 hebben we geen misverstand omdat
we daar met elkaar de waarborg hebben van die mededeling,
repressief, aan de commissie algemene zaken. Artikel 10 han
delt over het met elkaar in verband brengen van verschillen
de gegevens uit verschillende persoonsregistraties. Dat be
tekent dus, dat je daar in feite gegevensbestanden aan el
kaar zou kunnen koppelen. Bij artikel 11 gaat het uitslui
tend om een technische koppeling waarbij dubbele bestanden
zoveel mogelijk worden vermeden, waarbij dubbele opslag van
dezelfde gegevens wordt vermeden. Dus artikel 10 gaat over
het koppelen, vandaar ook de waarborg in artikel 10 in die
mededeling aan de commissie algemene zaken. Bij artikel 11
gaat het om een technische koppeling en bij artikel 12 gaat
het om die incidentele verlening en daarvoor geldt het argu
ment, dat het natuurlijk ontzettend veel tijd kost, als je
dat moet mededelen. Bovendien weet U, en dat staat ook in
de toelichting, dat het in een protocol wordt vastgelegd en
dat er dus ook achteraf kennis van kan worden genomen. In
feite, want dat heeft U niet bestreden, kiest U ten princi
pale ook voor het repressieve toezicht, althans, ik heb dat
op dit moment niet van U vernomen. Dat betekent, als we Uw
systeem bij artikel 12 zouden gaan toepassen, dat dat ook
repressief duidelijk wordt en dat U dus ook in concreto
niet meer kunt ingrijpen in dat geval. Eerlijk gezegd, zie
ik nauwelijks een principieel verschil tussen Uw opvatting,