28 JUNI 1990
289
ale vernieuwing, de inpassing daarvan. Nu kijken we naar
dit, zoals het er nu ligt, straks zal waarschijnlijk de in
passing van sociale vernieuwing ook mogelijk zijn en dan is
het van belang om te weten: krijgt dit geheel een goede
kans? Met name gaat het dan om de financiële mogelijkheden
die daaronder liggen.
Wethouder RATTINK
We hebben in het college afgesproken dat we duidelijk de za
ken tussen sociale vernieuwing, buurtbeheer en stadsvernieu
wing op elkaar zullen afstemmen, dus ik denk dat de onge
rustheid van de heer De Leeuw wat voorbarig is.
De heer DE LEEUW
Dat was de vraag helemaal niet. Mijn ongerustheid blijft
toch, ondanks de geruststellende woorden. Het gaat erom dat
op een bepaald moment zou kunnen worden aangegeven hoe wij
dit geheel kunnen financieren en of we het kunnen financie
ren. Zeker als je straks het buurtbeheer op zich gaat evalu
eren, gaat bekijken, en straks komt die instroom van socia
le vernieuwing, dan moet je toch in ieder geval een goede
evaluatie kunnen maken over het buurtbeheer zoals het nu is
en dat zou niet moeten of kunnen mislukken door het feit
dat wij te weinig middelen beschikbaar zouden stellen, dat
we daarin geen inzicht hebben.
Wethouder RATTINK
Ik moet eerlijk zeggen dat ik de vraag van de heer De Leeuw
niet helemaal begrijp, maar dat kan ook aan mij liggen. Wij
hebben voor het buurtbeheer voor de wijken Resteren en Bra
bantpark duidelijk middelen beschikbaar. We hebben in de in
ventarisatie ook aangegeven wat er allemaal wordt gevraagd
en dat we bij het plan van aanpak de middelen definitief
zullen verdelen en dat daar, waar er prioriteiten moeten
worden gesteld binnen de onderscheiden begrotingen ook moet
worden gekeken naar de buurt waar je buurtbeheer doet. Maar
zoals U weet hebben we veel meer op stapel staan en je kunt
naar de toekomst toe veel eerder bezorgd zijn of we alles
wat we allemaal willen hier met elkaar ook tot uitvoering
kunnen brengen, maar eerlijk gezegd, voor het buurtbeheer
Brabantpark hebben we extra middelen ingezet. We hebben bij
de besluitvorming over die inventarisatie gezegd dat er,
waar nodig, prioriteiten zullen moeten worden gesteld in de
onderscheiden begrotingen, dus ik maak me daarover niet zo
veel zorgen. En voor wat betreft de afstemming met de socia
le vernieuwing: sociale vernieuwing dat hebben we onlangs
kunnen constateren, genereert niet uit zichzelf zoveel ex
tra middelen, neen, het betekent dat je moet kijken naar de
inzet voor je huidige middelen op een aantal terreinen om
te kijken of dat doelmatig genoeg is en of er daar verschui
vingen moeten plaatsvinden. Maar we hebben expliciet afge
sproken dat, wat buurtbeheer en stadsvernieuwing betreft,
er daar ook een bepaalde mate van afstemming zal plaatsvin
den. Misschien is het goed als we in een commissievergade-