28 JUNI 1990 291 de wijze waarop een woonwagenlocatie moet worden ingepast in de bestaande woningbouw. Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Ik wil beginnen met een opmerking vooraf. De V.V.D. heeft in het college en in de fractie steeds meegewerkt aan de de centralisatie van het woonwagencentrum. En vanaf het begin hebben wij in het spreidingsbeleid meegedacht over goede lo caties ten einde de situatie op Driekoningenoord te beëindi gen. De V.V.D.-fractie was echter niet bereid om met elke locatie waarmee het college kwam mee te werken. En op plano logische gronden waren wij destijds tegen de locatie Rui- tersbos en hebben wij ook destijds in 1982 tegen dat bestem mingsplan gestemd. Aan het gewraakte raadsbesluit van 1982 heeft de Kroon op 28 oktober 1987 een gedeeltelijke goedkeu ring onthouden. Daarom zitten wij vanavond nu weer bijel kaar te praten over de wijziging van de oorspronkelijke op zet. De belangrijkste bepaling in het Koninklijk Besluit van 28 oktober 1987 was, dat het centrum beter ingepast moest worden in de locatie, en nu citeer ik: "Teneinde ge luidsoverlast van dit centrum voor de bewoners van evenge- noemde woningen te beperken, een ruimtelijke scheiding van tenminste 75 meter noodzakelijk is". Dat is de eerste over weging, die ik wil aanhalen en de tweede is: "Dat alsdan te vens een goede visuele afscherming kan worden gerealiseerd door een groenblijvende beplanting, welke een tenminste 10 meter brede gordel vormt om het woonwagencentrum"Het raadsvoorstel dat wij hier bespreken staat onzes inziens bol van eigen college-interpretaties van het Koninklijk Be sluit. Ik noem een voorbeeld, op bladzijde 6 spreekt Uw voorstel over "binnenshuis geluidproduktie" en dat vinden wij in het Koninklijk Besluit niet terug. Op bladzijde 8 vinden wij: "Het feit dat op de bij het Koninklijk Besluit behorende kaart het hele centrum is omcirkeld betekent niet dat het gehele centrum verplaatst moet worden, maar dat het vereiste van een goede inpasbaarheid voor het gehele cen trum geldt". Wij vinden dit toch wel een erge interpretatie van het college van een Koninklijk Besluit, dat onzes in ziens een andere richting aanwijst. In het concept-besluit staan drie onderdelen vervat: ten eerste om de bezwaren van de appellanten ongegrond te verklaren. Ik denk dat uit eer dere opmerkingen, die ik hier nu gemaakt heb namens de V.V.D.-fractie duidelijk is dat onze fractie tegen het onge grond verklaren van de bezwaren van de appellanten is. On der punt twee van het concept-besluit staat: "het laten ver vallen van de tweede standplaats aan de Montenslaan"Deze zin begrijp ik eigenlijk niet, want er moeten twee plaatsen verdwijnen. Dat schrijft U ook in Uw overwegingen. Het staat niet in het besluit. Ik hoop dat de wethouder mij daarop straks even een toelichting wil geven. Dit is in ie der geval voor mij onduidelijk. En dan ten derde, onder punt twee: "aan de westzijde van het plangebied een stand plaats toevoegen". Nog een vraag, die ik hierbij aan mijn verhaal toevoeg is: kan er zo maar aan de westzijde een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 291