28 JUNI 1990 293 wij de bezwaren zouden toekennen, dan vraag ik mij af, ge zien de discussie die wij hebben gehad, waar kom je dan te recht? Wij waren helaas gedwongen door een Koninklijk Be sluit om het oorspronkelijke bestemmingsplan enigszins aan te passen, maar ik vraag mij af, de bekende discussie over de 75 meter, waarover wij straks, denk ik, ook nog wel even zullen spreken, of men dan tevreden was. Als ik, kennis ne mend van de bezwaren, zie wat hun bezwaren zijn en je zou die locatie op 75 meter hebben gelegd, dan denk ik nog dat dezelfde hoeveelheid bezwaren zou zijn ingediend: dat dat hetzelfde blijft. Het enige wat de bewoners uit Ruitersbos in feite willen, en dan spreek ik niet over allen, want er ontbreken ook gelukkig enkele huisnummers in, is, en dat is datgene wat ook de V.V. D. -fractie wil: in het Ruitersbos geen woonwagenlocatie. Ik denk dat je dat ook duidelijk moet aangeven. Dat beleid zou een heel slecht beleid zijn: waar je deconcentratiebeleid voert op voorhand wijken uit sluiten. Ik denk dat dat niet kan en niet past en in feite rechtsongelijkheid in de hand werkt, om het zo te zeggen. Vandaar dat ik denk dat het bestemmingsplan zoals wij het in eerste instantie hadden vastgesteld op zich een goed be stemmingsplan was. Daar werd in feite toch uitgegaan van een locatie dicht gelegen bij woningen en nu was die dicht heid nog betrekkelijk in vergelijking met, wat ook de heer Van de Steenoven al heeft genoemd, de andere locaties. Wij worden nu door een Koninklijk Besluit nog gedwongen om een woonwagenstandplaats aan een andere kant weg te zetten. Het is een beetje wrang, eigenlijk zou je principieel moeten zeggen: dat doen wij niet. Maar ik denk dat je dan heel wat problemen op je af laat komen. Ik denk dat wij dat maar niet moeten gaan doen, dat wij pragmatisch moeten zijn en zeggen: één standplaats verplaatsen wij en daar laten wij het bijen dan wordt die woonwagenlocatie gewoon op die ma nier verder aangelegd. Ik denk dat wij dat gewoon moeten doen. Dat is ook, denk ik, in feite in de geest van het de concentratiebeleid dat wij in Breda willen voeren, waarop het toch een klein smetje is, dat hier met name in een uit zonderlijke situatie in deze locatie die 75 meter grens om de hoek komt kijken. Maar op de argumentatie hieronder wil ik straks nog wel even terugkomen. Ik kan in eerste termijn al zeggen, dat ik met dit voorstel akkoord ga. Wethouder RATTINK In feite hebben de meeste raadsleden meer een soort stemver klaring afgelegd dan veel opmerkingen en vragen gesteld richting college. Mevrouw Van Bergen stelde dat het voor stel bol zou staan van eigen interpretatie en dat het in feite niet zou kunnen als je naar de uitspraak van de Raad van State kijkt en naar de tekening die daarbij hoort. Het is juist de discussie geweest over de tekening en het be sluit van de Raad van State, die niet identiek waren, waar in toch zekere tegenstrijdigheden waren te constateren, waarvoor overleg is gevoerd en waaraan ook de heer Van Fessem refereerde, om tot de juiste interpretatie, ook ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 293