28 JUNI 1990 295 waai". En verder zijn er geen randvoorwaarden voor een pla nologische beoordeling. Als het Koninklijk Besluit dat stelt, dan zou je dat in principe ook overal moeten hante ren. Wij vinden dat ook niet het sterkste punt uit het ver haal. Vandaar dat wij met de interpretaties, uitdrukkelijk na overleg met de provincie, na overleg met een adviseur van de Raad van State, na overleg met de inspecteur ruimte lijke ordening, hebben gemeend die lijn te kunnen trekken Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Maar daarmee geeft U toch zelf een bewijs van de eigen in terpretatie van het college? Want U zegt: wij zijn van me ning dat. U geeft er een eigen interpretatie aan, want U volgt niet het besluit van Wethouder RATTINK Neen, geen eigen interpretatie. Ik heb net gezegd, er is een tegenstrijdigheid tussen de uitspraak van de Raad van State en de plankaart die daarbij hoort. Op grond daarvan is nader advies gevraagd over de lijn, ook op grond van de jurisprudentie die er was, die gevolgd zou moeten worden. Ook als wij het anders hadden geïnterpreteerd, dan was het ook een interpretatie geweest, die juridisch, U kent inmid dels de juristen, er zit een aantal hier in de raad, aardi ge disputen kan opleveren. U heeft in de commissie, ik was daarbij niet aanwezig, tussen diverse juristen het dispuut kunnen volgen. Soms denk je dat zij er nog genoegen aan be leven ook. Maar het punt is wel dat wij na raadpleging, nog maals, van de adviseur van de Raad van State, de inspectie ruimtelijke ordening èn de provincie, deze lijn hebben ge volgd en het is dus niet zomaar een eigen interpretatie van het college, die nergens op zou zijn gestoeld. Dat wil ik uitdrukkelijk bestrijden. Verder zegt U dat U tevreden was over de berekening van de kosten. De subsidie zullen wij na tuurlijk kenbaar maken aan Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Mag ik nog een keer interrumperen, voorzitter? Ik ben niet tevreden over de berekening van de kosten. Ik ben tevreden over de toezending van de te berekenen kosten. En dat is even wat anders. Het scheelt 105.000, Wethouder RATTINK Okee. U vroeg betreffende de 82.000,subsidie of wij zodra wij deze binnen hebben, dit kenbaar wilden maken aan de commissie. Daartegen bestaat natuurlijk geen bezwaar. D'66 vraagt of wij er nu vanaf zijn, van alle procedures. Eerlijk gezegd, dat hopen wij. Maar ik had het net al over die juristen. Wij kunnen dat niet garanderen, want je hebt de normale rechtsgang in Nederland en iedereen heeft het recht om ook weer tegen dit bestemmingsplan verder te proce deren. Dat recht kunnen wij ze niet ontzeggen. De heer Gar- ritsen heeft in feite weer een soort stemverklaring afgege-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 295