28 JUNI 1990 298 niet goed uitkomt. Bij afwijzing zou, gezien de opmerkingen in het planschaderapportde Kroon zeker wel toekennen. De C.D.A.-fractie gaat haar verantwoordelijkheid niet uit de weg. Wij zullen voor het voorstel stemmen. De heer VAN DE STEENOVEN De schadebeoordelingscommissie adviseert ons om ruim een half miljoen gulden uit te keren aan omwonenden van de woon wagenlocaties Ruitersboslaan en Jacob Catssingel, in ver band met de veronderstelde schade als gevolg van de realise ring van die woonwagenstandplaatsen. De meerderheid van het college volgt de visie van de planschadecommissie voor een belangrijk deel en ik begrijp nu ook de C.D.A.-fractie. De vraag is echter: zijn de bewoners wel zo geschaad door de gerealiseerde woonwagenlocaties? De woonwagenlocaties zoals die er nu al een aantal jaren liggen, zijn planologisch goed ingepast in de bestaande omgeving en die inpassing wordt nog versterkt door het besluit, dat wij zojuist heb ben genomen ten aanzien van Ruitersbos. Ik wijs met name ook op de groenvoorzieningen die zijn aangebracht of nog zullen worden aangebracht. Daardoor kun je niet spreken van een aantasting van het woongenot van de omwonenden van de betreffende locaties, noch van hinder in de uitoefening van hun beroep. In die zin kan er dus geen sprake zijn van scha de. Toch veronderstelt de schadebeoordelingscommissie een forse daling van de waarde van de omliggende panden. Die be oordeling is dan blijkbaar gebaseerd op de gedachte dat men, wanneer woonwagenbewoners in de buurt van een huis wo nen, minder voor dat huis wil betalen dan wanneer er alleen maar sedentaire omwonenden zijn. En dit nu vinden wij een discriminerende gedachtengang. Het mag voor een overheid niet uitmaken wie er nu precies in de buurt wonen? Je mag toch geen verschil maken tussen de ene en de andere bewo ner? De overheid moet wat dat betreft heel zorgvuldig zijn. Er wordt al genoeg gediscrimineerd. Je moet discriminatie bestrijden en je mag haar absoluut niet honoreren. Een scha de die niet wordt veroorzaakt door feitelijk nadelige effec ten van een planontwikkeling, maar louter wordt veronder steld op basis van subjectieve belevingen van omwonenden, moet worden beschouwd als een normaal maatschappelijk risi co van eigenaren. En dat mag zeker niet leiden tot uitke ring van honderdduizenden guldens overheidsgeld. Het zal duidelijk zijn dat de P.v.d.A. tegen dit voorstel is. Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Over planschade hebben wij ook al eerder gesproken hier in de raad. De vorige keer, in 1987, stelde het college voor om de verzoeken te verwerpen, waar de V.V.D. tegen was. De raadsmeerderheid nam toen het voorstel aan en de Afdeling voor de geschillen van bestuur van de Raad van State heeft het besluit toen vernietigd. De V.V.D-fractie is nu tevre den dat het college benadrukt ten principale bereid te zijn schadevergoedingen toe te kennen. Wij prijzen het college daarvoor. Bij dit raadsvoorstel kennen wij een tweetal con-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 298