1 FEBRUARI 1990
29
18. MET INSTEMMING KENNISNEMEN VAN DE BELEIDSNOTA ZWARTE
EN WITTE SCHOLEN TE BREDA".
De heer BOER
De nota geeft een inzicht in de situatie van de zwart/witte
scholen in Breda. In de commissie hebben wij gezegd dat het
als zodanig geen probleem is. Ik heb in een verhaal over
zwart/witte scholen in Amsterdam gelezen dat op een gegeven
moment blijkt dat het positief kan werken naar de witte kin
deren. Door de extra aandacht blijkt dat daar een beter
taalgebruik is, dan op de witte scholen. Ik denk dat het
een goede zaak is om aan te geven dat er van een problema
tiek als zodanig geen sprake hoeft te zijn. Een van de pun
ten die daarbij ook een rol speelt, is het tweetalig onder
wijs. Mijn vraag is wat wij daaraan in Breda als bestuur
van het openbaar onderwijs, kunnen doen. Deze vraag stel ik
mede naar aanleiding van de opmerkingen die daarover door
de staatssecretaris zijn gedaan. Graag wil ik daarover nog
wat horen.
Wethouder ADANK
Ik kan de twee opmerkingen van de heer Boer onderschrijven.
De eerste opmerking is meer een stemverklaring dan een reac
tie op de beleidsnota. Ik heb ook in de commissie bij de be
sprekingen in eerste instantie gezegd, dat wij met name
over het onderwijs in de eigen taal en cultuur een aantal
theorieën in de literatuur tegenkomen. Maar in de praktijk
is zeker óók in de grote steden daarover geen eenstemmig
heid. Wij hebben gesteld dat de ervaring in Breda met de le
raar onderwijs in eigen taal en cultuur geïnventariseerd
wordt. Op basis daarvan proberen wij een duidelijk beleid
binnen deze beleidsnota, en kaders aan te geven om met el
kaar te bespreken. De situatie in Amsterdam, die U in Uw
eerste reactie weergeeft, verschilt denk ik hemelsbreed met
de situatie in een stad als Breda. Ik heb ervoor gewaar
schuwd om situaties in Randstadsteden te projecteren op een
stad als Breda, omdat onze situatie verschilt met de in de
media vanaf 1987 geschetste problematiek. Ik denk dat het
wel zo is dat, en Uw commissie was daarin ook heel duide
lijk, deze nota hoofdlijnen van beleid schetst en eigenlijk
een kader aangeeft. Als er signalen vanuit de belanghebben
de besturen-organisaties op tafel worden gelegd dan kunnen
wij daar snel op inschieten en dan met concrete beleidsvoor
stellen komen. Dat geldt onder andere voor onderwijs in ei
gen taal en cultuur. U weet dat er ook landelijk een discus
sie gaande is over de aanpak en of het verstandig is om dat
aan te pakken. Want moedertaalverwerving en taalverwerving
vanuit het land van herkomst zijn twee verschillende zaken.
Hoe kun je die twee met elkaar integreren? Je moet er toch
vanuit gaan dat de leerlingen de taal die hier gesproken
wordt zullen gebruiken in de communicatie en in het sociale
verkeer. De commissie zal over de ontwikkelingen op de hoog
te worden gehouden.
De heer BOER