28 JUNI 1990 301 ken te buiten! Dan kun je zeggen, heel formeel, wat de C.D.A.-fractie doet en de V.V.D-fractie: je maakt gebruik van artikel 49 planschade en daarmee is eigenlijk dan de kous af. Ik denk dat er toch andere zaken aan de orde zijn. Je zou die redenering kunnen volgen, maar op het moment dat je de commissie hebt gevolgd en met name de mensen die rond om de locatie Ruitersboslaan woonden, die bezwaren maakten, hebt gehoord, hoor je eerst een juridisch verhaal, daarna wordt het een beetje een discriminerend verhaal en daarna wordt het een volstrekt discrimerend verhaal. Ik vond het gênant om dat hier inderdaad aan te moeten horen. Discrimi nerende opmerkingen ten aanzien van een bevolkingsgroep in Breda, waar het landelijk beleid is: probeer tot tolerantie te komen, tot acceptatie. De heer SINKE Voorzitter, even bij interruptie. De complete commissie heeft zich gekeerd tegen dat laatste. De heer GARRITSEN Ik denk dat toen ook de motieven waarom die mensen een ju rist in de arm namen om planschade te claimen, duidelijk werden. Op mijn vraag in de commissie, hoe ga je nu verkla ren dat je 75 meter ruimte nodig hebt tussen een woonwagen locatie en een woning, werd er eigenlijk opgemerkt: het zijn toch hele verschillende culturen, ze hebben toch hele andere muziek. Dat is toch wel moeilijk. Dan denk ik, als daar muziek wordt gedraaid van Vader Abraham: diezelfde Va der Abraham is daar ook gehuisvest. Ik denk dat het in de praktijk mee zal moeten vallen, dat die mensen zich wat an ders op zouden moeten stellen, dat ze daar eens wat meer be grip voor moeten hebben en dat je niet zo in die twee werel den moet leven. Wat betreft cultuurverschillen: ik heb een van de bezwaarmakers ook nog op de radio gehoord, die zo on geveer zei: "Ik tref die andere cultuur daar niet aan. Ik had verwacht daar toch echt woonwagenbewoners aan te tref fen. Het zijn mensen die eigenlijk net als U en ik ook van die grote auto's hebben en wat dat betreft is er weinig ver schil". Op die manier wordt er wel over gepraat. Ik denk dat het heel duidelijk is. Waar het om gaat is, dat men die bevolkingsgroep in feite niet in die wijk wil hebben, dat zijn de motieven er achter. En op het moment, want dat is de kardinale vraag, dat wij voor dat soort motieven wijken, onder een formele afdekking van planschade en je zal wel moeten, denk ik, dat dat niet zou moeten. Je doorkruist het landelijk beleid ten aanzien van de deconcentratie. Op het moment dat je dit hier toestaat is het duidelijk dat mensen bij de twee andere locaties, die hier nog aan de orde moe ten komen, als zij geld zien en mogelijkheden zien om geld te claimen dan ook met die planschade gaan komen. Ik denk dat je dan ver van huis bent. Wat we als raad zouden moeten doen, is in feite zeggen, we accepteren dit niet. Dat bete kent dat de mensen mogelijk weer in beroep gaan. Dat zullen ze zeer zeker doen en dan wordt die zaak door de afdeling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 301