28 JUNI 1990
303
genlocaties is inderdaad wijziging opgetreden van de plan
nen zoals ze er lagen. Kijk naar de Jacob Catssingel waar
sportieve doeleinden de bestemming was, zonder bebouwing,
en waar dan in feite bebouwing komt. Conform de schadebeoor-
delingscommissie heeft het college gemeend dat dit keer dui
delijk sprake is van recht, conform artikel 49. Ik denk dat
je dan even het punt discriminatie daarbuiten moet laten,
want stel dat het andere bebouwing was geweest, dan kan men
ook planschade aanvragen. Alleen het punt is, en dat vroeg
de heer Sinke, of dit geval nu een beetje op zichzelf
staat. En U had het over de berekeningssystemen en de nuan
cering. Dat is een uitspraak die u niet kunt verlangen van
ons, want dat blijft natuurlijk net als bij het vorige
De heer SINKE
Het was geen vraag, het was een constatering, dat de uit
spraak zodanig was toegesneden op dit geval dat voor ieder
ander geval wij een aparte uitspraak zullen moeten doen, zo
als normaal.
Wethouder RATTINK
Maar dat is natuurlijk het punt bij artikel 49, dat elk ge
val op zich staat. Het is wel het punt dat men dit keer ook
heel duidelijk heeft gesteld dat de schade die door maat
schappelijke ontwikkelingen wordt geleden, niet geheel ten
laste van het individu kan komen. En in die zin is het na
tuurlijk wel zo dat dit iedere keer bij elk voorstel op
nieuw bekeken zal moeten worden, maar op zich kan die uit
spraak natuurlijk in de toekomst consequenties hebben. Maar
we zullen dan, analoog aan deze keer, de uitspraken aan de
schadebeoordelingscommissie weer voorleggen, als de bezwa
ren ontvankelijk worden verklaard. We hebben er onlangs
weer zo een gehad, dacht ik, in de commissie. Het zal vaker
voorkomen. Dat is wel een beetje de tendens op dit moment
in het land. Steeds meer mensen doen een beroep op artikel
49 bij gewijzigde omstandigheden. Maar we zullen ze inder
daad steeds opnieuw moeten bekijken. Mevrouw Van Bergen
heeft gevraagd waarom we niet aan de commissie gevraagd heb
ben het nieuwe bestemmingsplan ook mee te nemen, in feite
de gewijzigde omstandigheden meteen al. Ik dacht dat dat Uw
vraag was. Het is een beetje moeilijk. De commissie had wel
de uitspraak van de Raad van State tot zijn beschikking.
Maar het nieuwe bestemmingsplan moest natuurlijk nog worden
vastgesteld. Je kunt dan wel aan de commissie voorleggen:
we zijn dat en dat van plan maar voor de commissie is het
natuurlijk heel moeilijk om dat in zijn overwegingen te be
trekken. Want stel dat U vanavond had besloten het ontwerp-
bestemmingsplan niet goed te keuren, dan had dat ook onmid
dellijk weer gevolgen. Het was nog geen vaststaand gegeven,
dus vandaar dat we pas op dit moment weer die vragen aan de
commissie kunnen voorleggen. Wat betreft de vraag over de
tijdslimiet, het volgende. We kunnen er bij de commissie op
aandringen om zo snel mogelijk tot een besluit te komen.
Dat hebben we in feite de vorige keer ook herhaaldelijk ge-