28 JUNI 1990
310
kantoorbestemming is aangegeven voor de terreinen langs de
Emerparklaan en de Moer laken. Dat laatste punt is voor mij
aanleiding om hier het woord te voeren. Kantoren hebben een
hoge dichtheid voor wat betreft het aantal werknemers, dat
is aan iedereen bekend. In het kader van het beperken van
de automobiliteit, waarvan zo langzamerhand iedereen wel
overtuigd is dat het moet gaan gebeuren, wil ook deze ge
meente, dat blijkt in ieder geval uit de ambtelijke nota,
in eerste instantie het woon-werkverkeer gaan aanpakken.
Als we dan naar het bestemmingsplan Achter Emer kijken, dan
ligt dat bepaald niet gunstig voor wat betreft het openbaar
vervoer. Nu was dat ook een criterium dat in het verleden
nauwelijks werd toegepast, maar ja, op een aantal punten
moet er sprake zijn van een trendbreuk zoals we dat vaak le
zen in milieunota's. En ik denk dat dat ook voor de ruimte
lijke ordening op een aantal punten geldt. Er passeren ons
de laatste tijd nogal wat planontwikkelingen voor wat be
treft kantoren, ook in onze stad. Een aantal van die kan
toorplannen en een aantal van die beoogde kantoorlocaties
voldoen gewoon niet aan het criterium van goede bereikbaar
heid voor wat betreft het openbaar vervoer en langzaam ver
keer. Dat geldt zeer zeker ook voor een aantal voorstellen
in Breda. En als je dan tegelijkertijd ziet en leest in al
lerlei publicaties dat het verzadigingspunt voor wat be
treft de kantorenmarkt nabij is, en men al voor een leeg
stand gaat vrezen, dan rijst voor mij gewoon de concrete
vraag: moet de gemeente nu niet sturend gaan optreden, dat
eerst die kantoren worden gerealiseerd die gunstig liggen
ten behoeve van openbaar vervoer en langzaam verkeer? En
dat is de vraag die ik aan de wethouders wilde stellen: of
er aan gewerkt zou kunnen worden.
De heer GOOS
Ik kan over dit voorstel heel erg kort zijn, omdat U mag we
ten dat wij vanuit onze C.D.A.-fractie naar mijn beste we
ten voldoende aandacht hebben besteed aan deze kwestie in
de betreffende commissie. Wij hebben daar ter plekke ook de
genen kunnen aanhoren die de spreektijd hadden aangevraagd.
Wij hebben ook heel duidelijk gezien hoe de antwoorden luid
den vanuit het college op de verschillende bezwaarschrif
ten. Voor een heel groot deel zijn deze opgelost, vooral om
dat zij betrekking hadden op een kortere weg, vooral voor
de autochtone bewoner, want daar ging het toch uitdrukke
lijk om. De verbinding tussen de Emerparklaan en de Riet
dijk is geweldig goed opgelost. Maar ik wil nog graag heel
even toch iets zeggen over het bezwaarschrift dat ik ook
sinds vanmorgen al kende, van de voor mij ook niet onbeken
de persoon. Het is een aanvulling, en dat staat er ook heel
duidelijk in, van het bezwaarschrift dat hij destijds al
heeft ingediend. Ik denk dat het toch heel belangrijk is,
en dat zou ik ook aan het college in zijn totaliteit willen
vragen, om toch eens goed aandacht te besteden aan een van
de zinsneden die daarin staat, dat er destijds in goed over
leg, zij het zakelijk, een hele vervelende kwestie ter plek-