28 JUNI 1990
324
heer Garritsen zei: het argument doet er op zich niet toe,
dat de panden lang leeg staan. Anderen hebben daaraan ook
gerefereerd. Het is natuurlijk wel zo dat iedereen vindt
dat we de hoek waar vroeger Van der Ven, zal ik maar zeg
gen, zat toch moesten proberen te redden en overeind te hou
den als een zeer beeldbepalend pand in het centrum. Dan is
de vraag aan de orde: op welke wijze kun je dat doen? Wij
zijn geen eigenaar van de panden. Op het pand van Van der
Ven hadden wij helemaal geen invloed. In het bestemmings
plan, mevrouw Van Bergen refereerde ook daaraan, is de func
tie van het hotel niet uitgesloten. Dat betekende, zeker
voor de initiatiefnemer, dat hij daarop verder is gegaan.
Wil je daar dan een rendabel hotel realiseren, dan zul je
dat een bepaalde maat moeten geven. Er is gezegd dat daar
over in de verschillende fracties langdurig is gepraat. Bij
het college ging het ook niet zo van: we doen dat maar
even. We hebben daarover ook heel langdurig gepraat. We heb
ben stokken op het gebouw gezet om te kijken hoe hoog dat
zou worden, daar hebben we zelfs naar gekeken. Wat betreft
de massaliteit: er is vaak gesproken over de massaliteit
vanuit de CatharinastraatDat zie je in eerste instantie
zeker niet, als je door de Catharinastraat loopt. Dat zie
je alleen maar van grotere afstand. En de vraag is: van
welk punt uit zie je dat dan wel? Er is ook gesproken over
het zicht vanuit de markt en het Valkenberg. Dat zal inder
daad wel wat anders zijn. Maar wij hebben gemeend dat dat
toch aanvaardbaar was, juist om eens een goede functie aan
die hoek te geven. Sommige raadsleden zeggen: er lagen ver
schillende initiatieven. Het punt is - en dan kunnen we
weer een hele discussie krijgen of die wel of niet bekend
waren - dat dat bij het college en ook bij de ambtenaren
niet bekend was. Pas later is die mogelijkheid geopperd
maar, nogmaals, wij waren geen eigenaar. De initiatiefnemer
was inmiddels in zee. Eerlijk gezegd, die initiatieven date
ren pas van vrij recente datum. Wel hebben verschillende
initiatiefnemers ooit belangstelling laten blijken in de mo
gelijkheid dat, als de gemeente de kadettenflat zou bezit
ten, men daarover wilde praten. Dus een alternatief lag er
op dat moment ook niet voor, vandaar dat, nogmaals, het col
lege na lang overleg heeft gezegd: een langere verloedering
zien wij niet zitten en wij willen toch met dit voorstel
naar de raad. Mevrouw Van Bergen vroeg nog om een overleg
over een compromis. Dat is er al herhaaldelijk geweest om
te trachten de zalen wat lager te krijgen, omdat het ook al
lemaal veel makkelijker zou zijn in alle discussies en rich
ting de procedures, die nog gevoerd zouden moeten worden.
Maar er was op dat moment geen mogelijkheid om die aanpas
sing te plegen. Als het zo is dat ze met aanpassingen, met
een nieuw voorstel, Uw kant op zouden kunnen komen, wat wel
aanvaardbaar is, dan is het natuurlijk op zich geen enkel
probleem voor het college om dat alsnog te doen.
De heer VAN FESSEM