27 SEPTEMBER 199 0
333
Wethouder Adank vermoedt dinsdag 2 oktober aanstaande. Nog
meer over de ingekomen stukken onder A? De ingekomen stuk
ken onder letter D?
Akkoord met de stukken onder A. en D.
162. AANBIEDEN GESCHENK VAN B.S.O. TER GELEGENHEID VAN DE
OPENING VAN EEN KANTOORVESTIGING TE BREDA.
163. WIJZIGEN VAN DE (GEMEENSCHAPPELIJKE) REGELING STADSGE
WEST BREDA 1990.
164. BRANDVEILIGHEID VAN KAMERVERHUURINRICHTINGEN.
Akkoord.
165. BELEID MET BETREKKING TOT SPEELAUTOMATEN EN SPEELAUTO-
MATENHALLEN
Mevrouw WOUTERS
Het tot stand komen van een goed speelautomatenbeleid heeft
al vele uren van overleg gevraagd, dus ik wil het nu zo
kort mogelijk houden. De intentie vanuit ons eigen C.D.A.-pro
gram en het programakkoord om de omstandigheden die kunnen
leiden tot gokverslaving zoveel mogelijk te beperken, kan
ons inziens alleen tot stand komen in goed overleg met alle
belanghebbenden. Daarbij is duidelijk dat,onze visie op som
mige punten strijdig is met de belangen van de exploitan
ten. In de discussie, jongstleden dinsdag in de commissie
algemene zaken, speelde de mededeling dat een te verwachten
algemene maatregel van bestuur van de baan was, en de ge
meentes dus meer ruimte hadden voor een eigen beleid, een
grote rol. Een meerderheid pleitte voor uitsluiting van
kansspeelautomaten in de droge horecasectormet name in de
omgeving van scholen. Dit maakte nader overleg met de ex
ploitanten noodzakelijk, in verband met het ondertekenen
van de convenanten en duidelijk inzicht was gewenst in de
consequenties van een dergelijk strak beleid in geval de ex
ploitanten rzouden afhaken. Wij hebben contact gehad met de
V.N.G., het ministerie van economische zaken en de Vereni
ging Automatenhandel Nederland en vervolgens in de fractie
alle aspecten nogmaals doorgesproken. De gemeente heeft
door de wet op de kansspelen meer ruimte voor eigen beleid.
De V.N.G. is er voorstander van om niet tot een algemene
maatregel van bestuur te komen, maar om in overleg met de
exploitanten en horeca convenanten af te sluiten. Formeel
hebben de gemeenten beleidsvrijheid om tot een algeheel ver
bod of verbod in een bepaalde sector over te gaan. Dan is
echter een vlucht in de illegaliteit mogelijk, met alle kwa
lijke gevolgen van dien. Volgens onze informatie blijft het
mogelijk dat in geval gemeentes een beleid gaan voeren dat
geen recht doet aan de bedoelingen van de wet, het ministe
rie van economische zaken alsnog met een algemene maatregel
van bestuur kan komen, die dan zeer globaal is. Het ver-