27 SEPTEMBER 1990 339 jeugd in dit opzicht zou kunnen verleiden. Want in de prak tijk is het veel eerder zo, dat voor de jeugd in een nor maal café waar alcohol wordt geschonken en waar twee kans speelautomaten mogen staan en waar de sfeer veel meer aan leiding geeft tot het stoppen van guldens in die automaten, de kans van verslaving veel groter is. Dus ik geloof niet in het argument, en het onderzoek geeft dat ook niet aan, dat de droge horeca specifiek aanleiding geeft tot versla ving. Natuurlijk betekent het wel een kennismaking met de automaat, maar ik ben zo vrij om vast te stellen dat de ge middelde jongere zeker ook in Breda, toch al op jeugdige leeftijd niet alleen de droge horeca zal bezoeken, maar ook de natte horeca en dus ook daar met die automaten in aanra king gaat komen. In dat opzicht gebiedt de realiteit mij te zeggen dat de leeftijd van jongeren die cafés bezoeken steeds afneemt en dat in dat opzicht de regels zoals die zijn gesteld in de praktijk niet meer worden gehanteerd. Ik bagatelliseer het niet, want ik zeg heel nadrukkelijk, ook in de richting van de heer Koekkoek dat wij bereid zijn om de evaluatietermijn, en dat is ook verwoord in het voor stel, te verlagen naar twee jaar. Ik ben bereid om serieus te bekijken of er problemen zijn en in dat geval rond de ta fel te gaan zitten. Het is niet zo dat wij er maar vanuit gaan dat het allemaal wel zal loslopen. Bovendien denk ik dat de automatenbranche zelf ook grote behoefte zal hebben om in te grijpen als zou blijken dat in Nederland de droge horeca een probleem gaat vormen. Juist hier gaat het om een branche-organisatie die de afgelopen jaren blijk heeft gege ven van een zeer grote mate van eigen verantwoordelijkheid; daarvan kunnen tal van sectoren in de Nederlandse samenle ving nog wat leren. Ik heb er alle vertrouwen in dat, als er zaken of problemen ontstaan, ook de Vereniging Automaten handel Nederland er zelf behoefte aan zal hebben op dat punt met voorstellen te komen, zoals men ook de afgelopen jaren voortdurend in de richting van de departementen, en het parlement met eigen voorstellen is gekomen, om regels te stellen op punten waaraan de overheid op dat moment nog niet of nauwelijks dacht. De heer Garritsen vraagt: kun je na twee jaar zo'n maatregel terugdraaien in de horeca? Ik denk dat door de combinatie die wij nu hebben getroffen van evaluatie na twee jaar en de looptijd van het convenant voor twee jaar in de droge horeca, je daarmee alle vrijheid hebt om op dat moment nieuwe afspraken te maken. Dat is ook de kern van het wijzigingsvoorstel, namelijk dat de evalua tie samenloopt met de looptijd van het convenant voor de droge horeca. De heer Garritsen zegt dat je ten aanzien van de claims de risico's maar moet nemen. Ik hoop niet dat dat de doelstelling is bij dit soort zaken, want gezien de fi nanciële belangen die in deze sector spelen kan dat nog wei eens uit de hand lopen en het vervelende is dat het in dit opzicht niet van tevoren valt uit te dokteren. Je bent af hankelijk van dat wat de onafhankelijke rechter uiteinde lijk gaat zeggen, met alle risico's van dien. De kern van het verhaal is dat, als je zomaar zonder een hele goede on-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 339