27 SEPTEMBER 1990 346 onszelf, dat doen wij niet vaak, maar in dit geval wel. Wij moeten wel, zoals dat in militaire termen heet, het mo- mèntum nu vasthouden en niet terugzakken naar een situatie waarin wij op een gegeven moment weer gaan achterlopen. Wij weten dat de inspanningen in de komende jaren gestand moe ten blijven. Op beheerstechnisch gebied zijn er bij een aan tal diensten toch nog wel wat mankementen, waarvoor wij ove rigens in agendapunt 202 een aantal maatregelen nemen. Maar nogmaals, wij mogen niet inslapen, maar op deze weg door gaan en voor de komende jaren zien wij, denk ik, alleen maar verbeteringen tegemoet. De heer GARRITSEN Het voorstel dat nu op tafel ligt, is heel snel tot stand gekomen. In enkele minuten, dacht ik, kon de commissie zeg gen, wij gaan als rekeningcommissie met dit voorstel ak koord. Ik denk dat de complimenten, die de anderen hebben gemaakt, op hun plaats zijn. Voor het eerst is de jaarreke ning vastgesteld, vóórdat wij de begroting behandelen. Ik heb nog één vraagje. Misschien dat de heer De Bruijn daarop een antwoord kan geven. Dat gaat om een belangrijk aspect voor Breda, namelijk het zwembadengebeuren. De stichting zwembaden heeft nog steeds geen jaarrekening over 1989 inge leverd. Mij is geantwoord dat 17 september opdracht werd ge geven om te zorgen dat die jaarrekening er is. Kunt U meede len hoever het daarmee staat. Ik maak die opmerking, omdat wij voor de begroting zitten en op met name het zwembadenge- bied staat mogelijk nog wel het een en ander te gebeuren. Daarom willen wij weten of die jaarrekening binnen is. Wethouder RöMKENS Mede namens de leden van de commissie, de overige leden van het college en het ambtelijke apparaat dank ik U voor de waardering. Wij zullen samen met U doorgaan op de ingesla gen weg. Wat mij betreft, mijnheer Bokkelkamp, denk ik en dat is ook de opvatting van de commissie, dat wij dit mo ment niet alleen moeten vasthouden, maar naast het vasthou den ook inhoudelijk nog moeten versterken. Voorts is er nog een vraag gesteld aan collega De Bruijn. Ik had die kunnen beantwoorden, maar ik geef graag de heer De Bruijn het woord. Wethouder DE BRUIJN Ik vind het vervelend om collega Römkens het woord te ontne men. De heer Garritsen weet ook, dat het niet alleen over de jaarrekening 1989 gaat, maar ook over de jaarrekening 1988. Ook die is nog niet door de stichting zwembaden inge leverd. Wij trekken daar hard aan, wij proberen er alles aan te doen. Er lag een toezegging dat op 17 september, U memoreert dat zelf, de zaken zouden zijn ingeleverd. Die toezegging heeft geleid tot een briefje, ongeveer een halve week later, dat een en ander toch weer niet is gelukt. Dat was voor ons aanleiding om het bestuur op zeer korte ter mijn, namelijk aanstaande dinsdagochtend, weer bijeen te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 346