27 SEPTEMBER 1990 349 lijkheid om het melkquotum van de boerderij aan de Semina- rieweg niet door te verkopen, mede vanuit milieu-overwegin gen hecht onze fractie er zeer sterk aan om dat niet door te verkopen. Wethouder RöMKENS Voor de eerste vraag van de heer Garritsen inzake het melk quotum, verwijs ik naar de motivering die in het preadvies staat. Daarin is duidelijk aangegeven, en dat is ook de re den waarom het college aan de raad machtiging vraagt, om naar bevind van zaken te handelen. Enkele maanden nadat de transactie had plaatsgevonden, is de wet inzake de superhef fing gewijzigd en wel in die zin dat vanaf juni ook de pu bliekrechtelijke overheden de mogelijkheden krijgen om een melkquotum binnen zes maanden na transactie over te dragen. Dat is uitvoerig in de commissie toegelicht, zowel door mij als door echte deskundigen. We hebben informatie ingewon nen, en dat staat ook in het stuk, bij het ministerie van landbouw en visserij en we hebben met advocatenkantoren en met landbouworganisaties daarover gesproken. We weten dat er een finale uitspraak kan komen, waarbij de nieuwe wetge ving met terugwerkende kracht niet van toepassing zou kun nen worden verklaard. Dat risico hebben we gesignaleerd en dat is ook de reden dat het college dit voorstelt. We heb ben echter ook goede aanwijzingen gekregen, dat de wijzi ging van de wetgeving inzake de superheffing, die mogelijk heid wel mogelijk maakt. Ook dat is duidelijk gesignaleerd. Dat vindt U ook in het besluit terug onder punt 5. Gezien de opdracht die de raad, door in te stemmen met het pread vies, bij de aankoop impliciet aan het college geeft om zo mogelijk het melkquotum te gelde te maken, wordt hieraan uitvoering gegeven. Het tweede punt betreft de relatie met milieu. De heer Garritsen heeft gelijk; ook het college is van mening dat de mestwetgeving primair een zaak is van de landelijke overheid. Het college is tevens van mening dat, willen we substantieel iets voor het milieu doen, het be drag waar het hierom gaat, aanmerkelijk beter kan worden aangewend, dan dit melkquotum nu te laten vervallen. Dat is de reden dat het college de milieudienst geen opdracht heeft gegeven om de eventuele ammoniakuitstoot te laten be rekenen. Bovendien is het zo dat men dat ook niet kan. Ook de heer Garritsen weet dat, ten aanzien van de nieuwe hin derwetbepalingen die kunnen worden opgelegd bij de inrich ting van melkveestallen, aanvullende maatregelen kunnen wor den genomen ten aanzien van de beperking van de ammoniakuit stoot via de daartoe aan te brengen koolstoffiltersDit is voor het college aanleiding om wel degelijk aandacht voor het milieu te hebben en dat op de meest effectieve manier te gaan doen. Het college is het ermee eens dat dit niet de meest effectieve manier is. Het zou best kunnen zijn, dat zeg ik er nadrukkelijk bij, dat wanneer zou blijken dat de overgangsregeling niet van toepassing zou zijn, dat wij dan ongewild ook nog een bijdrage aan het milieu leveren en ook een bijdrage aan de hogere grondkosten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 349