27 SEPTEMBER 1990 355 der geval voor ons zo naar buiten komt, dat 't Hout het moet worden. Het is er voor ons gevoel duidelijk naartoe ge schreven. Dat hieraan de conclusie wordt verbonden dat die plaats de enige haalbare locatie is, vinden wij te snel ge trokken. In het advies staat ook dat de commissie van me ning is dat locatie-alternatieven bij déze golfbaan een bij drage kunnen leveren aan een gewogen besluitvorming, waar bij het milieubelang voldoende aandacht krijgt. Ook relevan te locatie-alternatieven, gedeeltelijk gelegen in andere ge meenten, moeten bij de afweging worden meegenomen. De nota Golf van de provincie stelt dat in beekdalen geen golfloca- ties moeten komen. Ook de provinciale planologische commis sie heeft zich negatief uitgelaten over de structuurschets in 't Hout. Op basis van de door het college gepresenteerde schets kon geen bestemmingsplan worden ontwikkeld. Toch heeft het college dit wel gedaan. Van een milieustad, als Breda zegt te zijn, hadden wij verwacht dat de provinciale kritiek het golfplan op die locatie zou hebben stopgezet. Eveneens heeft de B.M.F. afwijzend gereageerd op het voor liggende voorstel. Naar onze mening kiest het college hier niet voor het milieu, maar voor de belangen van een selecte groep. Dat is beslist niet onze keuze. Wethouder RöMKENS Ik ben het eens met mevrouw Pellis en de heren Meeuwissen en Clement. In feite is dit een voorwaarde om straks bij de M.E.R.-rapportage een gefundeerd oordeel te kunnen geven over de vraag of het milieubelang geschaad wordt bij een eventuele locatie van golf in het betrokken gebied. Wat we nu doen is als bevoegd gezag richtlijnen vaststellen. Als ik zeg bevoegd gezag, mevrouw Prins, dan betekent dat tegen woordig nog altijd, misschien dat het in de toekomst anders wordt, dat je je beperkt tot je eigen grondgebied en dat je niet een oordeel gaat geven over het grondgebied van bij voorbeeld Teteringen of van Nieuw-Ginneken, zoals de Bavelse Bergen, nog los van het feit dat de Bavelse Bergen tot het jaar 2002 een nazorg krijgen. Kortom, hier zijn aan de orde de richtlijnen voor een M.E.R. Ongevraagd hebben wij, want dat zit niet in de wettelijke procedure en is dus niet afdwingbaar, op verzoek van de voorzitter van de M.E.R.-commissie een nadere onderbouwing gegeven van de lo catiekeuze zoals die voorligt en hebben wij alternatieven afgewogen, waarbij de positie van het bevoegd gezag natuur lijk een belangrijke rol speelt. Het bevoegd gezag moet de ze richtlijnen vaststellen. Het zou al te dwaas zijn wan neer Breda, vooruitlopend op toekomstige ontwikkelingen, een oordeel zou geven over het grondgebied van andere ge meenten. Dat is op zich een beperking. U zult over ongeveer een halfjaar de M.E.R.-rapportage krijgen, dan kunt U een oordeel geven, maar dat betekent ook dan nog niet, al zou U een positief oordeel geven, dat dan feitelijke besluitvor ming plaatsvindt over een golfcourse ter plekke, want dat zal dan weer geregeld moeten worden in het bestemmingsplan. Het gaat alleen om de voorwaarden en nu gaat het alleen nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 355