27 SEPTEMBER 1990
357
Steenoven. Ook wij hebben die angst en ik denk dat er toch
wat initiatieven moeten komen.
Wethouder RöMKENS
Evenals in de commissie wil ik nogmaals nu in deze openbare
raadsvergadering graag herhalen dat waar wij eendachtig de
motie, waarop de heer Van de Steenoven doelt, waar wij kun
nen dit aspect zowel bij de rijks- als de provinciale over
heid naar voren willen brengen. Ik ben graag bereid, als
het college daarmee in kan stemmen en ik heb geen reden te
veronderstellen dat dat niet het geval is, want dat is ge
woon consistent beleid, dit ook in schriftelijke vorm nog
een keer te doen.
Akkoord.
181. BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN BEDRAG AD 100.000,AAN
DE STICHTING GEMEENSCHAPSHUIZEN BREDA-OOST T.B.V. EEN
SANERING VAN DE SCHULDENLAST VAN 100.000,
Mevrouw HEERKENS
Over het voorliggend voorstel is uitvoerig gesproken in de
commissie, vandaar een korte stemverklaring. Het betreft
hier een gemeenschapshuis dat in grote problemen zat, met
name een schuldenproblematiek. Zo zeer zelfs, dat beslagleg
ging op goederen dreigde. Het gaat hier om een gemeenschaps
huis in een C-buurt. Op zich verlenen we alleen subsidie in
onderhoudskosten. Maar bepaalde overwegingen, zoals het ge
vestigd zijn van een peuterspeelzaal, het doen plaatsvinden
van ouderenactiviteiten, een W-groep Oost die daar zijn ac
tiviteiten heeft, kortom al die activiteiten die van be
lang zijn voor het doelgroepenbeleid van de gemeente, heb
ben voor de P.v.d.A. voorop gestaan om te zeggen: dit ge
meenschapshuis moet gewoon in die buurt behouden blijven,
echter wel met een aantal scherpe maatregelen. Ons inziens
is hiervan nu ook sprake; er is een nieuw bestuur aangetre
den en dat bestuur onderschrijft ook een saneringsplan. Ik
denk ook niet dat we het nieuwe bestuur moeten opzadelen
met die oude schuldenlast. Daarnaast wil men een grote ver
antwoordelijkheid overdragen aan vrijwilligersgroepen. Ik
denk dat dat heel belangrijk is. De wethouder heeft toege
zegd er aandacht aan te besteden dat er voldoende inspraak
vanuit de vrijwilligersgroepen gepleegd gaat worden. De
P.v.d.A. is ervan overtuigd, met uitzondering van één lid
van de fractie, namelijk de heer Boer, die op zich niet
overtuigd is van het feit dat het nu voorliggend voorstel
ook in de toekomst niet opnieuw tot financiële problemen
bij de Kapelhof zal leiden, dat deze maatregelen, die in
dit voorstel zijn opgenomen, ertoe leiden dat er weer spra
ke kan zijn van een gezonde financiële situatie en ook een
gezonde exploitatie.
Akkoord, met de aantekening dat de heer Boer geacht wil wor
den te hebben tegengestemd.