27 SEPTEMBER 1990 359 Mevrouw BROSKY-WESTERDORP De C.D.A.-fractie heeft het voorstel nogmaals besproken en daarbij geconcludeerd dat ons verzoek om betere motivering en onderbouwing niet is gehonoreerd. Daarover is reeds vol doende gezegd in de commissie en ik kom daarop thans niet meer terug. Wel is ons verzoek om aanvulling van het be sluit gehonoreerd, waarvoor onze dank. Met deze besluitvor ming kunnen we ons verenigen. Mevrouw HEERKENS Op zich ligt hier een bezuiniging van 22.000,van een paar jaar geleden. Als je kijkt naar het voorstel, naar de ambtelijke kosten met betrekking tot het voorstel, naar de ambtelijke energie die dit voorstel heeft gekost, dan denk ik dat die onevenredig groot zijn geweest. Toen het voor stel in 1987 werd gepresenteerd, waren er onduidelijkheden. In de loop van de hele discussie werden ambtelijke bewijzen op tafel gelegd. Gezien de combinatie met het nu nog gel dende beleid naast dat van de A-, B- en C-buurten is er po litieke moed nodig om een besluit te nemen en duidelijkheid te geven aan het bestuur van het gemeenschapshuis De Zand berg. Kijkend naar die 22.000, en wij hebben het al meerdere malen ook in de commissie gezegd, dan blijkt heel duidelijk dat een gedeelte uit kapitaalslasten bestaat. Uit de ambtelijke stukken blijkt dat van de lening de looptijd was afgelopen. Het andere gedeelte ging over de exploitatie lasten en daarvan is geconcludeerd dat die vanaf 1986, bij het nieuwe beleid ten aanzien van die A-, B- en C-buurten, tot nu toe onterecht zijn verleend. Over het tweede te be zuinigen bedrag, de 9.000, de lage vergoeding voor de gymnastiekaccommodatie, kan de P.v.d.A.-fractie het ermee eens zijn dat je hier spreekt over een overgangssituatie. Kijkend naar de totale uitkomst, dan denk ik dat de gemeen te zeer coulant is geweest. Het is voor ons onbegrijpelijk dat bij de zoveelste bespreking in de commissie weer om een extra ambtelijke inspanning werd gevraagd en ons inziens is het dan ook terecht dat de wethouder op een gegeven moment heeft gezegd: dit voorstel gaat naar de raad. Als je kijkt naar de eindconclusie dan is het zo dat vanaf 1986 onte recht subsidie is verkregen, dat een vertraging van twee jaar ten aanzien van de besluitvorming heeft plaatsgevon den, dus een uitstel van de bezuinigingen, dat er een af- kooppsom is van 24.000, dan denk ik toch dat de tijd gekomen is, ook ten opzichte van andere buurten, dat nu doorgezet wordt, want je praat hier wel over een bezuini ging en over een besluit dat paste bij de tijd waarin de no titie Sociaal Culturele Accommodaties werd uitgebracht en bezuinigingen onvermijdelijk waren. De heer GARRITSEN Voor onze fractie is dit toch een moeilijk punt geweest. Enerzijds kunnen wij het standpunt van het bestuur van de stichting best onderschrijven; men wil toch een gezonde ex ploitatie van het gemeenschapshuis. Dat is voor ons eigen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 359