27 SEPTEMBER 1990 376 glippen. Dat is nu al het geval. Daarom vind ik en dan maak ik me weer wat zorgen over een opmerking van de heer Van Fessem, dat we heel voorzichtig moeten zijn met het inter preteren van de evaluatieresultaten van deze proefafslui- ting. Want als we na zes maanden proef zeggen: jongens, nu is het ergens anders een nog grotere chaos geworden, dus we doen het helemaal maar niet en we zien ook maar af van het voorstel in het structuurplan binnenstad, dan denk ik dat dat niet juist is. Daarvoor zijn de verschillen tussen het structuurplan binnenstad en deze proefopstelling gewoon te groot. Daarom gaan wij akkoord met deze proefopstelling en met een evaluatie, maar gebruik het eventueel om het struc tuurplan binnenstad bij te stellen en niet om tot afstel te komen. Het uiteindelijke doel De heer VAN FESSEM Bij interruptie. Ik heb ook niet gesproken over afstel; ik heb precies gezegd wat de heer Van de Steenoven zegt: aan passing van het plan, maar zeker geen afstel. U weet dat ik redelijk enthousiast ben over het structuurplan dus De heer VAN DE STEENOVEN Het verheugt me om daarvan kennis te nemen, dus zijn we het over dat punt eens. Uiteindelijk moeten we komen tot een vermindering in plaats van een verplaatsing van het autover keer en dat kan alleen maar als je je openbaar vervoer echt kwalitatief verbetert en als je ook je fietsverbindingen verbetert. Ik denk dat dat pas echt "zal komen, als we de de finitieve plannen van het structuurplan binnenstad hebben uitgevoerd. We moeten dit maar zien als een eerste stap in de goede richting. Naar aanleiding van de vraag om de invoe ring wat uit te stellen het volgende. Onze fractie heeft daar niet echt een probleem mee, zeker als je bedenkt dat je bij invoering direct zult worden geconfronteerd met be hoorlijk wat gewenningsproblemen plus ook nog de extra druk te rond de feestdagen. Voor het welslagen van het experi ment en de weerstanden die het wellicht in sommige kringen zal oproepen, is het misschien wel beter om de proef na 1 januari te starten in plaats van daarvoor. De heer GARRITSEN Van verschillende kanten is gezegd dat het op dit moment een onhoudbare situatie bij het Van Coothplein is. Het gaat met name om het openbare vervoer dat daar vastloopt en de fietsers die daar echt verstikken. Als je kijkt naar de ver- keersmilieukaart van Breda, de ambtelijke notitie op de be leidsnotitie moet nog komen, dan zie je hoe het daar is ge steld met de kwaliteit van de lucht en constateer je dat je echt snel maatregelen moet nemen. De vraag welke effecten dit heeft, blijft een beetje koffiedik kijken. Ik kan het betoog van de heer Van de Steenoven compleet onderschrij ven. Over de evaluatie ben ik een andere mening toegedaan dan de toch wat, naar mijn mening, eenzijdige benadering van mevrouw Van Bergen van de V.V. D.-fractie, die er nogal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 376