27 SEPTEMBER 1990
382
nend dat we wel in staat zijn om mogelijk nog eerder 70 hec
tare aan te leggen voor de golfclub, terwijl we een speel
plek je in de wijk voor kinderen niet kunnen realiseren. Ik
vind het schande.
De heer VAN FESSEM
Ik heb een goal zien staan op het veld.
Wethouder RATTINK
Die staat er al heel lang. Er is gevraagd om naar de inrich
ting te kijken. Het is niet zo dat er geen alternatief is,
maar de vraag is hoe je dat alternatief inricht. En daarmee
is men op dit moment druk doende.
Akkoord, met de aantekening dat de fractie van C.D.A. inclu
sief de wethouders en de fractie van Groen Links geacht wil
len worden te hebben tegengestemd.
2 00. 1. ONTVANKELIJK VERKLAREN VAN HET VERZOEKSCHRIFT OM
PLANSCHADEVERGOEDING VAN DE HEER J. MELISSEN,
NAUNDORFFSTRAAT 17 TE BREDA;
2. BENOEMEN VAN EEN SCHADEBEOORDELINGSCOMMISSIE ALS BE
DOELD IN ARTIKEL 5 VAN DE PROCEDUREVERORDENING PLAN-
SCHADE VERGOEDING.
De heer GARRITSEN
Over het probleem planschade is in de commissie uitgebreid
gediscussieerd. We hebben daarover nog "een aanvullende
brief gehad. Ik wil er niet zo lang bij stil staan, want
dan herhalen we de commissie. Zelf heb ik geen behoefte om
een commissie in te stellen, omdat ik denk dat de raad van
Breda een zorgvuldig besluit heeft genomen. Omdat er ook
aandacht is besteed aan de groenvoorziening en het herin-
richten van een park denk ik toch dat we aan redelijk te
stellen voorwaarden hebben voldaan. Als zodanig vind ik,
dat je zo'n verzoekschrift in feite niet zou moeten honore
ren. Bij artikel 49 gaat het in feite om normale maatschap
pelijke ontwikkelingen waarvoor je geen planschade gaat uit
keren. Nu kun je zeggen dat een commissie dat uiteindelijk
beoordeelt *en niet de gemeenteraad. Toch denk ik dat we
eens een signaal moeten afgeven dat we niet elke keer zo'n
commissie moeten instellen, daartoe kunnen we best beslui
ten. Het effect kan zijn dat mensen dan zelf in beroep gaan
en dat we het alsnog verplicht zijn. Misschien is dat voor
ons een signaal om onze eigen verordening nog eens na te
kijken en misschien ook een signaal richting Den Haag te ge
ven om de planschadeprocedure eens te herzien.
Wethouder RATTINK
In de commissie is die vraag ook door de heer Van de Steen
oven gesteld. Ik heb daarop de commissie een brief ge
stuurd, waarin uiteengezet wordt dat op dit moment deze ver
ordening geldt. We zijn een keer eerder tot de orde geroe
pen door geen commissie in te stellen, en we werden alsnog