27 SEPTEMBER 1990 397 marges mogelijk is. Ik moet erbij zeggen, maar dat zal U niet onbekend zijn, dat mevrouw Rattink het voorstel van het college wel steunt. Maar de overige leden van de P.v.d.A.-fractie kunnen dit voorstel niet steunen. De heer GARRITSEN Ik begin met de opmerking die de wethouder in mijn richting maakt over mijn kritische opstelling ten aanzien van dit voorstel die wordt uitgelegd als minder geven om de sector cultuur. Ik denk dat U daarmee de zaak omdraait. Waar het mij om gaat is dat, als we op deze weg verder gaan, het voor cultuur wel eens heel moeilijk kan worden in Breda. Dat is mijn bezorgdheid en ik heb ook duidelijk aangegeven: wil je iets doen dan zul je moeten kijken naar budgetverho ging, maar dan moet je ook kijken of bepaalde plannen reali seerbaar zijn. Ten aanzien van de sponsoring, ook in de richting van de V.V.D.-fractie die in mijn richting daar over weer een opmerking maakt, het volgende. Ik heb bij de presentatie van dit plan in de schouwburg, toen we door de externe deskundigen werden geïnformeerd, steeds gezegd: wij zijn geen enthousiaste voorstanders van het binnenhalen van sponsorbijdragen op zich. Je moet in feite een schouwburg structureel kunnen laten draaien door gemeentegelden, waar mee je de exploitatie voor eigen rekening neemt. Ik wil uit drukkelijk in de richting van de wethouder zeggen dat het met name voor alle culturele amateurgezelschappen in Breda, die ook behoefte hebben aan een betaalbare schouwburg waar in ze kunnen optreden, van groot belang is, dat wij iets weg zetten dat de gemeente ook kan exploiteren. Ik heb gro te angst dat we er straks niet zitten, omdat wij het pro ject dat wij hebben gerealiseerd eigenlijk financieel niet rond kunnen krijgen en dat het als gevolg daarvan naar een N.V. gaat of op een andere manier wordt afgestoten. Die ont wikkeling is voor de cultuur heel slecht. Dan krijg je al leen maar de André van Duin shows en dat soort dingen. En dan wordt alleen naar de exploitatiecijfers gekeken. Ik denk nogmaals dat we die richting niet op moeten. Een enke le kanttekening bij het voorstel dat de wethouder en het college gaan doen. We gaan nu de stuurgroep wat verder uit bouwen om daarin meer deskundigheid te krijgen. Maar dat be tekent ook dat de voorbereidingskosten verhoogd gaan wor den, met als gevolg dat het straks in december/januari weer moeilijker wordt om te beslissen op de vraag: doen we het wel, of doen we het niet? De investeringen zijn dan al zoda nig, dat je nóg moeilijker kunt zeggen: wij moeten aan een ander plan gaan werken. Vandaar dat ik zoveel reserves heb bij het geheel. Nog een laatste punt ten aanzien van de be dragen die toch binnen moeten komen. Los van het feit hoe je tegen sponsorbijdragen aankijkt, denk ik dat als je zo'n deel na 10 maanden nog niet binnen hebt, dat het dan niet echt loopt. Als ik zie welke dingen in Breda nog moeten wor den gerealiseerd waarbij we vermoedelijk deze weg niet zul len opgaan, dan denk ik dat de andere wensen die we in de cultuursector nog hebben heel moeilijk te realiseren zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 397