30 oktober 1990 423 pool een aantal ideeën geformuleerd die onze fractie binnenkort in de komende discussie zal inbrengen. Onze opvattingen komen neer op het volgende. Ten eerste, de banenpool dient doelge richt te zijn; voorrang dient te worden gegeven aan etnische minderheden en herintredende vrouwen. Ten tweede, gelet op het tweeledige karakter van de banenpool (doorstromings- en eind functie) moet bij het werven van garantieplaatsen worden ge streefd naar banen met een relatie naar de marktsector en naar banen met een relatie naar de sociale vernieuwingssectoren. Ten derde, voor de individuele trajectbegeleiding moet voldoende tijd en geld beschikbaar zijn. Ten vierde, de banenpool moet ook worden ingezet in het kader van de positieve actiebedingen. Ten vijfde, een netwerk van contacten dient enerzijds te zorgen voor informatie over de werkzoekenden en anderzijds voor afstem ming van de banenpool met het totale werkgelegenheidsbeleid. En tenslotte voorzitter, het opbouwen van een vertrouwensrelatie tussen de uitvoeringsorganisatie van de banenpool en de inlener is een essentieel onderdeel voor het welslagen van de banen pool. De koppeling met de P.v.d.A.-ideeën over het positief ac- tiebeding ligt dan voor de hand. Als de gemeente er alles aan doet via banenpool, via arbeidsvoorzieningsinstrumenten mensen te kwalificeren voor de arbeidsmarkt, dan mag de gemeente ook vanuit de vraagzijde van de arbeidsmarkt de nodige inspanningen vragen. De gemeente kan als opdrachtgever aan het bedrijfsleven met dat bedrijfsleven afspraken maken om meer mensen uit de doelgroep (met name etnische minderheden) in dienst te nemen. De kinderopvang De gemeentelijke beleidsnota kinderopvang is het uitgangs punt van beleid; de financiële middelen worden gevormd door de eigen gemeentelijke gelden en de rijksgelden. Een probleem blijft vooralsnog het invullen van de kinderopvang bij scho- lings- en werkervaringsprojecten. Het blijkt moeilijk, zo niet onmogelijk te zijn, deze kinderopvang te betalen uit de regulie re middelen van de instelling of de projecten. In dit verband denkt de P.v.d.A. aan de mogelijkheid dat de buurtgerichte kin deropvang plaatsen reserveert op grond van urgentiecriteria voor kinderen van wie de moeder scholing volgt. Hierdoor worden de kinderen in de eigen buurt opgevangen, hetgeen vanuit soci aal en pedagogisch oogpunt is toe te juichen. Hetzelfde geldt voor de buitenschoolse dagopvang. Kan het college stappen onder nemen om tot centrale aanmeldingen voor kinderopvangplaatsen te komen, waardoor de noodzakelijke kinderopvang ten behoeve van herintredende vrouwen, respectievelijk scholing volgende vrou wen, middels urgentiecriteria kan worden gerealiseerd? En dan, voorzitter, financiën De begroting 1991 is sluitend; de financiële situatie van Breda is gezond. Gezien het forse rekeningoverschot lijkt het er op dat er weer enige rek in de begroting is gekomen. Het mag echter niet zo zijn dat er stille reserves worden gevormd. Wij willen hier nadrukkelijk vaststellen dat de raad de integrale afweging moet maken over de besteding van de totale financiële ruimte. De P.v.d.A. ondersteunt het beleid om bij de inzet van het geld voor nieuw beleid forse bedragen te bestemmen voor are-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 423