3 0 oktober 199 0
427
voorts overwegende dat in het programakkoord is overeengekomen
dat het fietsverkeer extra aandacht zal krijgen, onder meer
door de aanleg van doorgaande fietspaden en de zorg voor vol
doende bewaakte fietsenstallingen;
constaterende dat noch in de begroting 1991, noch in het con
ceptstructuurplan binnenstad voldoende middelen worden vrijge
maakt om daadwerkelijk te komen tot een optimaal stedelijk net
werk van fietspaden;
verzoekt het college van burgemeester en wethouders;
om uiterlijk 1 juli 1991 een overzicht te presenteren van de be
langrijkste knelpunten in de fietsroutes van de woonwijken naar
de binnenstad en welke maatregelen moeten worden genomen om de
ze knelpunten weg te nemen;
om bij de Kadernota 1992 financiële ruimte vrij te maken voor
de bekostiging van deze maatregelen;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De heer TAKS
Bij de recente kadernotabehandeling aan het eind van de vorige
raadsperiode heeft de V.V.D.-fractie als haar mening uitge
sproken, dat de begrotingsbehandeling 1991 als gevolg van het
beperkte karakter van de kadernota en met name het ontbreken
van de uitspraak van de raad over de hoofdpunten van beleid
voor het komend jaar, uitgebreider van opzet zou moeten zijn
dan de laatste jaren het geval was en zeker meer tijd zou ver
gen van raad en commissies. In dit opzicht is onze verwachting
te pessimistisch geweest. Dat stel ik hier met voldoening vast.
De gescheiden presentatie van enerzijds de begroting op basis
van bestaand beleid en anderzijds de voorstellen voor de invul
ling van de ruimte voor nieuw beleid conform de in het program
akkoord gemaakte afspraken verschaft een buitengewoon helder
beeld en maakt toetsing van deze eerste proeves van bekwaamheid
van het nieuwe college zeer goed mogelijk. Het programakkoord
heeft het college blijkbaar voldoende houvast geboden om met be
trekking tot de hoofdpunten van beleid voorstellen te doen die
stroken met de wensen van de raadsmeerderheid. Immers in de com
missievergaderingen zijn slechts zeer sporadisch kritische kant
tekeningen bij de collegevoorstellen gemaakt, althans door de
fracties die het programakkoord hebben onderschreven. Het colle
ge zou ook wel een bijzonder slechte beurt maken, mocht het bij
zijn eerste ontmoeting met de raad bij de begroting al in aanva
ring komen met de raad. Het college wordt immers gedragen door
de lijsttrekkers van de partijen die elkaar bij de onderhande
lingen wisten te vinden. Zo kort na de aanvang van de werkzaam
heden zijn wethouders nog met hart en ziel verbonden met dege
nen aan wie zij de oorsprong van hun politieke bestaan ontle
nen, met andere woorden: aan de raad. Wij hopen uiteraard dat
dit ook zo de komende jaren mag blijven en dat de collegeleden
voldoende voeling blijven houden met wat er in de raad leeft
aan meningen en verlangens. Situaties waarin raad en college te-