30 oktober 1990 434 sche zaken en werkgelegenheid te behandelen notitie "invoering banenpools en jeugdwerkgarantiewet" en het beleidsplan van het R.B.A. (Regionaal Bestuur Arbeidsvoorziening)- Breda. Deze in strumenten van activerend arbeidsmarktbeleid worden soms van be paalde zijde met enige gretigheid als sociale vernieuwing gepre senteerd, maar de voorbereiding van het instrumentarium werd ter hand genomen nog vóór het huidige kabinet eind vorig jaar de vlag van de sociale vernieuwing hees. Bij de recente kaderno- tabehandeling hebben wij al vastgesteld, dat er met de introduc tie van de sociale vernieuwing weinig nieuws onder de zon is ge komen. Het gaat vooral om voortzetting van bestaand beleid van de landelijke overheid met als nieuwe elementen: decentralisa tie en deregulering. Door bundeling van een reeks aparte geld stromen tot één brede doeluitkering onder gelijktijdige vermin dering van de regelgeving zouden de gemeenten - zo is de filoso fie - in staat worden gesteld naar eigen inzicht beleid op maat te voeren. Tot nu toe heeft de sociale vernieuwing in dat op zicht vooral veel ambtelijke rompslomp en vooralsnog weinig ex tra geld opgeleverd. Het is niet te hopen dat deze sociale ver nieuwing, met andere woorden: dat de nieuwe vorm waarin be staand beleid nu wordt verpakt, een fopspeen zal blijken te zijn. Ook zonder sociale vernieuwing en zonder dat begrip heb ben we het vele jaren moeten stellen, wordt in Breda al jaren lang een beleid gevoerd, dat beoogt de minder draagkrachtige Bredanaars in staat te stellen zich te ontplooien, zoals is aan getoond in de bij de kadernota behorende notitie "de gemeente raad van 1986 tot 1990". Dat neemt niet weg, dat steeds meer mensen de aansluiting met de samenleving dreigen te missen en dat vereist ook in de toekomst extra inspanningen van de gemeen telijke overheid. En voorzover het rijk daartoe financiële mid delen wenst te verschaffen, is dat uiteraard ook naar onze me ning van harte welkom. Maar het zal U duidelijk zijn, dat het voorstel ter bekrachtiging van het convenant sociale vernieu wing door ons met enige scepsis wordt afgewacht. In het kader van het activerend arbeidsmarktbeleid zal een sterkere relatie ontstaan tussen sociale zekerheid en arbeidsmarktbeleid en het daarmee verband houdende sanctiebeleid. Wanneer mogen we voor stellen ten aanzien van het sanctiebeleid verwachten? Wanneer denkt het college met de in verband met de bijzondere bijstands verlening noodzakelijk herijking van het gemeentelijk minimabe leid te komen? Ten aanzien van het ouderenbeleid dat in Breda zeer adequaat wordt gevoerd maken wij enkele opmerkingen. Naar onze mening moet er op korte termijn meer duidelijkheid komen met betrekking tot een ouderenvoorziening in Boeimeer, terwijl het doorstromingsfonds voor ouderen ten behoeve van verhuis- en inrichtingskosten steeds tijdig dient te worden aangevuld en te worden afgestemd op de te verwachten verhuismutatiesDat ge beurt nu voor dit jaar, maar ook de komende jaren zal het zo moeten zijn. De V.V.D.-fractie ondersteunt het verzoek van de ouderenbonden om subsidie voor educatieve doeleinden voor 1991. Naar de mening van de V.V.D.-fractie past het niet meer in het kader van de huidige maatschappelijke ontwikkelingen in het so ciaal-cultureel beleid onderscheid te maken tussen A-, B- en Ge buurten. Het blijkt nu reeds dat alle buurten met betrekking

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 434